Verjaardagswensen en snorkelen op Koh Tao
Dag 13
Idyllische bestemmingen hebbne ook een keerzijde, nl. in de vorm van de gsm die ons met zijn irritant geluid om 5.45u uit onze slaap haalt!
Om 8u vertrok de ‘high speed ferry’ richting Koh Tao. De reis duurde een kleine twee uren. De zee was nogal stormachtig maar ik kon er wonderwel goed tegen, enkel 4 uren later had ik nog steeds het gevoel dat elke plek op en neer ging! Beu!!!
We zaten in het midden achteraan op het bovendek , wat frisse wind deed deugd, maar de woelige zee zorgde er wel voor dat ik met een drijfnatte linkerkant aan wal stapte.
Met enkele andere toeristen werden we in een moderne jeep – Milan en ik waren beiden verwonderd ;-) – naar het resort gevoerd. En ‘Coral View Resort’ was er eentje uit de boekskes! De junglehuisjes op palen lagen tegen de berg aan, met zicht op de zee. Wat een schitterend uitzicht vanuit ons huisje. En voor de rest is er rondom het resort niets. Ook het open restaurant staat tegen de berg op palen, enkel een kleine beach bar in traditionele stijl ligt direct aan het strand.
Eerst hebben we een hapje gegeten want m.u.v. enkele ‘lange vingers’ deze ochtend, hadden we nog niets tussen de kiezen gehad.
Het restaurant biedt een heleboel westerse menu’s dus de baguette ging vlotjes binnen!
Dan trokken we richting het strand om een videoboodschap voor bobonne te maken die vandaag 63 jaar “jong” wordt. Aangezien ze in de verhuissleur zit, wou ik haar toch heel kort een vakantiegevoel geven met verjaardagswensen vanuit een zonnige bestemming. En ook langs deze weg: hiep hiep hoeraaaaaa, mama!
Terwijl ik de videobeelden ‘monteerde’ op het strand, was Milan al lang de zee gedoken. Na de montage, moest ik weer even de berg op richting restaurant omdat enkel daar WIFI beschikbaar is.
Na een uur prutsen kon ik ook eindelijk de weg naar het strand vinden… Enkel nog snorkelspullen, een strandlaken en boek ophalen en dan was het ook mijn beurt! :)
Onmiddellijk het water in om wat verkoeling te zoeken. Verkoeling zeg je?! Het water was gewoon zo goed als lichaamstemperatuur. ;) Ideaal om te snorkelen dus! Vanaf de eerste stap die je in het water zette, moest je oppassen dat je je niet bezeerde aan koraal. Milan had het al aan de lijve ondervonden!
We zagen al heel gauw prachtig gekleurde vissen, enkel het koraal viel tegen, vond ik. Vooral dood of eentonig koraal kon je zien. Maar ik ben dan misschien gewoon een verwende keutel door de ervaringen die ik heb opgedaan van mijn snorkeltrips in ‘the outer reefs’ van het Groot Barrière Rif! ;)
Milan had ook eindelijk de smaak van het snorkelen te pakken en we waagden ons samen steeds verder van het strand weg. Op de ene plek was de zeebodem meters diep verwijderd en ergens anders konden we dan weer gewoon staan… tientallen meters van het strand vandaan.
Op die manier ontdekten we zo’n 100m van het strand vandaan, dichtbij de rotsen, een prachtig stukje met veel meer verscheidenheid aan koraal. Dat leek er al meer op!
Maar ik zeg het, de vissen moesten niet onder doen en waren beslist even mooi.
We hebben samen zo’n 2 uren gesnorkeld zonder het beu te worden. Milan vond het geweldig! En ik genoot met volle teugen van de rust die de onderwaterwereld uitstraalt. Wat kan ik toch genieten van dat relaxt gevoel!
We hadden allebei geen zin om uit het water te komen want je gelooft het niet maar het water voelde warmer aan dan de buitentemperatuur! Maar na 2 uren voelden mond, tenen en vingers redelijk verrimpeld aan dus het werd wel eens tijd! ;)
Brrrr, dat viel helemaal niet mee om uit dat water te komen en in ons huisje hadden we tot overmaat van ramp geen warm water ook… Maar achteraf bleek het koud water niet echt extreem koud te zijn, oef!
Zeelucht maakt hongerig dus terug naar het restaurant waar we ons elk twee spaghetti’s bestelden. We moesten geen hoogstaande gerechten verwachten maar het viel wonderwel goed mee.
En nu zitten we hier onder een pikzwarte hemel en horen het geruis van de zee in de achtergrond… Wat kan het leven toch mooi zijn!
Op weg naar de eilanden...
Dag 12
Vandaag brengen we zo goed als een volledig dag door op de luchthaven.
Na een lekker ontbijt nemen we om 10u afscheid van deze relaxte B&B en voor de laatste keer maakten we gebruik van de prima taxiservice ‘Oriental Escape’, een stuk duurder dan een gewone taxi maar ze zijn ongelooflijk betrouwbaar. Een aanrader!
Ik raakte ook aan de praat met de taxichauffeur want ze willen uiteraard altijd allemaal weten waarheen je reis verder gaat. Ik zei hem dat het richting Koh Samui ging maar dat we eigenlijk vandaag de hele dag op de luchthaven zouden doorbrengen. Hij wist me dan te vertellen dat ik gewoon naar de balie van ‘Bangkok Airways’ moest gaan want indien er een vroegere vlucht beschikbaar was, konden ze me probleemloos omboeken. Dat leek me wel wat!
Met ‘Air Asia’ vlogen we twee uren later naar Bangkok. Ik zei het misschien al maar ‘Air Asia’ is als low-cost maatschappij echt een aanrader. Goed geregeld en heel verzorgd. Ze zijn dan ook voor niets al drie jaar op rij uitgeroepen tot beste low-cost-luchtvaartmaatschappij van de wereld.
Maar niet te vlug victorie kraaien want we hebben nog enkele vluchten met hen voor de boeg.
In Bangkok volgde ik de raad op van de taxichauffeur en ging onmiddellijk naar de balie van ‘Bangkok Airways’. En ja hoor, we konden omboeken naar de vlucht van 16.30u, meer dan twee uren vroeger dus. Joepie!
De tijd vloog voorbij, ik had vanalles gepland om me bezig te houden maar ik ben er zelfs niet toegekomen. Op de luchthaven in Bangkok hadden we dan ook de kans om iets meer westers te eten. Milan wou absoluut donuts en voor ene keer mocht dit wel zijn middagmaal zijn! ;-)
En ik koos voor een baguette met tonijnsalade en groenten uit… mmmmm… wat heeft dat ons beiden gesmaakt!
Boarding time … de vlucht duurde slechts een uurtje en het vliegtuig was nog maar de lucht in en ze waren daar met hun plateaus met een lichte vliegtuigmaaltijd. Een gevulde mini-omelet, mini-pistolet met kip, drie stukjes fruit, een stukje gebak en twee drankjes. En dat moest allemaal op nog geen 10 min. op zijn want het vliegtuig ging alweer landen… Hilarisch!
Toen we landden, waren we precies in een andere wereld. Koh Samui heeft een superkleine luchthaven en er zijn maar twee bagagebanden, één voor de internationale en de andere voor de nationale vluchten, wat een wereld van verschil met Bangkok. Daar loop je gewoon verloren maar na een tweede stop in Bangkok beginnen we al kenners te worden! ;-)
Ja, Koh Samui gaf je echt het gevoel op een tropische bestemming beland te zijn. Hier hadden we geen transferdienst geregeld maar we werden al hartelijk begroet door de hostessen van de luchthaven die ons direct doorverwezen naar de taxiservice van de luchthaven.
Met een minivan met negen mensen reden we richting ‘Lamai Beach’. Het eiland is onderverdeeld in verschillende regio’s naar gelang de stranden.
Ons verblijf ‘Amarina Residence’ oogde fenomenaal met in het midden van de lobby een binnenzwembad. “Mama, mama, mag ik zwemmen?” Een verblijf met een zwembad, daar keek hij al zo lang naar uit dus hoe kon ik neen zeggen?!
Terwijl Milan ploeterde in het kleine bad, regelde ik onze ferry voor morgen want voor we hier op Koh Samui verblijven, trekken we morgen nog twee dagen richting het rustige en naar schijnt idyllische Koh Tao.
Tot op Koh Tao!
Een tempel op een bergtop en Thais koken
Dag 11
Na ons stevig ontbijt met toast, spek, eieren, fruit en fruitsap (dat ze speciaal voor ons in huis hebben gehaald) werden we om 10u opgehaald door Paul. Hij beloofde ons naar de tempel ‘Wat Phrathat Doi Suthep’ boven op de berg te brengen. Iets waar we eergisteren door de studentenoptocht niet in geslaagd waren.
Vandaag ging de tocht in de rode songthaewveel vlotter. En raar maar waar, de weg was volledig vuilnisvrij gemaakt. Je merkte er niets van dat er eergisteren 30 000 studenten langs deze weg hadden gewandeld en tonnen afval hadden achtergelaten.
Daar aangekomen, lag de tempel nog eens zo’n 200 trappen naar boven maar wij namen de kabelbaan naar boven. Daar kregen we weer een prachtig tempelcomplex te zien met een ‘chedi’ helemaal in bladgoud belegd. Leuk waren ook de vele bellen die rondom de tempel hingen die je mocht luiden voor ‘goed geluk’.
De legende: er was eens een koning Nu Naonedie boeddha’s schouderbot wou onderbrengen in een tempel in het centrum van Chiang Mai maar op miraculeuze wijze verdubbelde het bot zich. Hij legde het bot op zijn witte olifant dieer drie dagen mee rondzwierf. De olifant kwam na deze driedaagse tocht op deze berg aan, maakte drie rondjes, trompetterde en viel dood neer. Dit was het teken om op die plek een tempel te bouwen.
De olifant wordt in deze tempel natuurlijk grandioos vereerd en het ‘religieuze bot’ zou er ook begraven liggen.
Na even rondwandelen, namen we de 206 – door Milan geteld – trappen naar beneden en werden we terug met de rode truck naar onze B&B gevoerd.
Even relaxen op onze kamer, nog een wasje ophalen en om 16u werden we weer opgepikt voor een cursus Thais koken.
Maar eerst even met de ‘kok’ naar een lokale markt om ons te laten kennis maken met typische Thaise groenten en kruiden. Wij hadden natuurlijk al zo’n markt gezien in Bangkok.
De ‘Siam Rice Thai Cookery School’ lag op een rustige locatie even buiten het centrum. We kookten in een groep van 6, ons inbegrepen, dus het was lekker relaxed. We kozen vier menu’s… pff, dat werd veel Thais eten.
Eerst maakten we een lekkere soep ‘hot and creamy’ en kozen ook voor het velige ‘pad thai’, een noedelsgerecht. De soep niet te ‘hot’ gemaakt want daar houd ik helemaal niet van en vooral… kan mijn maag niet tegen. Maar we waren onze eigen kok dus we beslisten zelf. Ook liet ik er alle limoenachtige ingrediënten (zoals limoenschil, limoengras,…) uit want ik heb al ondervonden dat je dan enkel de limoen smaakt. Onze begeleider vond dit maar heel raar want volgens hem zou mijn soep naar niets meer smaken… Wat weet hij daar nu van! ;-) En serieus met zoveel groenten, scampibouillon en kokosmelk, naar ‘niets’ smaken zou het zeker niet doen!
Met een hakmes sneden we alle groentjes op maat, de ene keer in grote stukken, de andere keer moest het versnipperd zijn. We volgden goed de instructies van de kok op, m.u.v. het toevoegen van bepaalde ingrediënten dan. Milan ontpopte zich als een kleine master-chef. En het hakmes vond hij natuurlijk geweldig!
Als we dan bijna onze twee eerste gerechten mochten gaan klaarmaken aan het gasvuur, werd Milan helemaal ongemakkelijk. We hadden niet echt veel gegeten ’s middags omdat ze ons verwittigd hadden dat we vanavond superveel moesten eten en inderdaad met vier klaar-te-maken gerechten kon ik daar absoluut inkomen.
Het koken van Milans twee eerste gerechten heeft een hulpkok dan van hem overgenomen zodat hij even voor de ventilator kon gaan zitten om te bekomen. Ene keer hij dan eindelijk eten tussen zijn tanden had, ging het gelukkig al veel beter!
De soep smaakte echt lekker – ook zonder de limoen ;) – en ook de pad thai was geslaagd. Na deze twee gerechten had ik eigenlijk al meer dan genoeg en we moesten nog twee gerechten klaarmaken. Pfff, waar moest ik dat nog steken?!
Ik koos voor de ‘Kip cashewnoten’ en voor Milan leek de ‘Gebakken groenten in zoetzure saus’ me een veilige keuze. Als hoofdgerecht gingen we allebei voor de minder pikante gele curry.
Weer groentjes snijden en dan alles zelf in de wok klaarmaken op het gasvuur. Deze keer probeerde Milan het helemaal zelf, al moest ik het van hem overnemen toen hij het gasvuur helemaal open moest draaien en het wel heel heet werd. Dat vond hij te griezelig!
Al deze gerechten waren eigenlijk in een mum van tijd klaar. Heerlijk om zo snel een gerecht in elkaar te kunnen steken. Als je gewoon alles na elkaar doet, doe je er nog geen kwartiertje over om een gezond gerecht te bereiden. Luxe hé?!
Oké, weer eten dan maar. Het smaakte op zich allemaal heel lekker weer maar ik had er echt geen zin meer in. En bij Milan van ’t zelfde natuurlijk… Als je zelf kookt, heb je sowieso minder honger en nu na twee Thaise gerechten weer twee Thaise proevertjes… te veel van ’t goeie! Laat me dit doen in België dan zijn deze Thaise gerechten een leuke afwisseling, maar nu, hoe lekker ook… ik hoefde op één avond echt geen vier Thaise volwaardige gerechten te eten.
Veel mensen dwepen met de Thaise keuken en het is op zich ook écht lekker maar ik ben op dat gebied een echte Belgische, ik geniet veel liever van de gewone boerenkeuken, mij zou je hier niet elke dag mee kunnen plezieren.Maar het Franse en Engelse koppel in onze groep, zagen er geen graten in! Dus wie ben ik… ieder zijn smaak!
We kregen een diploma mee naar huis en een kookboekje om het ook thuis eens uit te proberen. Misschien moet ik dat maar eens doen, als ik niet elke dag Thais moet eten! ;)
Dit was onze laatste dag in Chiang Mai. We hebben veel gedaan maar toch heb ik het gevoel dat die drie dagen te weinig waren. Ja, ik heb het gevoel dat Chiang Mai een plek is die een tweede bezoek waardig is, wie weet… “ooit”…
'Elephant Nature Park', een project met een hart
Dag 10
Om 8u werden we door een minivan opgepikt en reden we zo’n uurtje buiten Chiang Mai naar ‘Elephant Nature Park’.
Dit is een plaats waar olifanten verblijven. Het is geen plek waar je op olifanten kan rijden of olifanten kunstjes opvoeren. Neen, de olifanten hier hebben rust, daarom noemt de oprichtster, Sangduen ‘Lek’ Chailert het ook ‘Elephant’s heaven’. De olifanten die hier verblijven zijn oud en “versleten”. Ze werden door hun eigenaars tot op het bot uitgebuit. Sommige olifanten zijn blind, anderen zijn dan weer mank of werden uit een penibele situatie gered.
Op de weg naar het park vertoonden ze een documentaire over het kamp en hoe sommige olifanten daar terecht zijn gekomen. Op een gegeven moment zat ik echt met tranen in mijn ogen.
Olifanten berijden is een toeristische trekpleister in Thailand en natuurlijk wordt het beter niet gedaan maar als de olifanten door hun mahout (= persoonlijke verzorger) goed behandeld worden, is het leefbaar voor de dieren. Maar we zagen beelden van jonge olifanten die door de straten van Bangkok of Chiang Mai trokken om te bedelen, zeg maar. De mahout verdient er op een avond meer mee dan de gemiddelde Thai in een week.
Ik heb Bangkok nu gezien en het is gewoon ondenkbaar dat daar een olifant over straat moet lopen om samen met zijn mahout geld in te zamelen om toeristen te plezieren. Da’s er echt totaal over!!! Gelukkig heb ik het zelf niet gezien!
Het is ook eigenlijk verboden bij wet maar de boetes zijn zodanig klein dat de mannen die deze praktijken uitvoeren gewoon probleemloos voor de camera komen.
Eenmaal we het park naderden zag je in wat voor een prachtige omgeving ze verbleven. Groen rondom, jungle, bergen en een rivier. Een plaatje uit de boekjes!
Maar toen we over de weg reden, zagen we ook links en rechts olifanten over straat lopen met toeristen op de rug. Een klein olifantje liep gewoon naast zijn mama die de mensen droeg… elke dag opnieuw… Als je nog maar net voordien die documentaire hebt gezien, slik je wel even! En het is ook zo onnodig want als je even verder rijdt, verblijven er olifanten in een weidse omgeving, een even schitterende en meer authentieke ervaring!
Toen we arriveerden, werden we naar het platform begeleid waar we de olifanten mochten voeren. De mahout stond er bij om een oogje in het zeil te houden. Maar het was allemaal heel veilig, zowel voor mens als voor olifant, want dichter dan zijn slurf, kwam je niet.
Geweldig om deel te nemen aan dit uniek project want het is immers niet goedkoop maar je weet dat het geld goed besteed wordt want met de inkomsten van de toeristen kunnen andere olifanten gered worden.
Dan gingen we op verkenning in het park.
Eerst bezochten we een overdekte plek waar er vier verzorgers bezig waren met de nieuwste aanwinst. Het olifantje was drie dagen oud. Hij was geboren in een nabij gelegen kamp maar zijn moeder wou hem doden. Daar dit al eens gelukt was, hoopten de eigenaars dat dit deze keer niet het geval zou zijn, helaas… De eigenaars hebben dan de hulp ingeroepen van ‘Elephant Nature Park’ daar er hier een mama-olifant is die twee kleintjes voedt. Elke dag wordt wat melk getapt om ook het 3-dagen-oude olifantje met de fles melk te geven.
Drie verzorgers liepen met hem rondjes om hem sterker te maken en wapperden ondertussen met een waaier om de muggen weg te houden. Wat was hij nog wankel op zijn poten. Het was dan ook helemaal nog niet zeker of hij het wel zou halen…
Nadien wandelden we wat verder rond en bekeken ook de stallen. Er leven 31 vrouwtjes en 4 mannetjes op het domein. We liepen ook voorbij een zieke olifant. Hij had iets aan zijn poot en werd daarom weg gedaan. In het park kon zij herstellen. Olifanten zoeken binnen het park een eigen horde waar ze graag willen bij horen want ook in het wild leven de olifanten in families samen. Deze zieke olifant raakte bevriend met een jongere olifant maar zijn mama moest daar niet van weten en viel haar aan op haar pijnlijke plek. Weer moest ze herstellen. Na deze herstelperiode probeerden haar verzorgers haar weer in het park bij de andere dieren te laten zodat ze op zoek kon gaan naar een nieuwe familie… Tevergeefs, ook door de andere familie werd ze aangevallen en ook weer op haar zwakke plek. Zelfs bij olifanten bestaat er zoiets als pesten en uitsluiten! ;-) Tot overmaat van ramp liep ze aan haar schouder een infectie op… ocharme het beest! Na een rottig leven bij haar eigenaars, nu dit… De verzorgers konden haar voorlopig niet meer vrij onder de andere dieren laten omdat ze het waarschijnlijk anders niet zou overleven.
Zo had elk dier in het park een zielig leven achter de rug maar vonden ze eigenlijk allemaal een rustig, tweede leven terug!
Ondertussen was het weer voedertijd. De verzorgers doen niet anders dan de dieren eten geven. Een olifant eet 250kg fruit en groenten per dag. Gelukkig zijn er vrijwilligers uit alle hoeken van de wereld die een weekje (of 2) hier komen werken. Ook zij betalen voor dit werk om ook op die manier weer het project te steunen. Lijkt me leuk om ooit eens te doen want dan kom je nog dichter bij de olifanten!
Na de lunch van de olifanten was het lunch voor ons. Een buffet Thaise lekkernijen om uit te kiezen.
Na de lunch mochten we de olifanten baden. De olifanten trokken naar de rivier en wij mochten emmers water over de olifanten gooien. Ze genoten er zichtbaar van en niet enkel de olifanten! ;-)
Als ze “gewassen” waren, moesten wij terug naar het platform want dan kwam mama met haar kleintjes en die lieten we in alle rust baden. Geen probleem want we konden alles vanop het platform van dichtbij meemaken. Ondertussen viel de regen met bakken uit de hemel maar de olifanten trokken het zich helemaal niet aan!
De gebade olifanten rolden zich aan de andere kant weer in de modder want dat vinden ze reuze. Sommige olifanten kwamen zich dan krabben tegen de palen van het platform en we voelden het platform heen en weer bewegen. :-)
Eén mahout kwam met zijn olifant enkele kunstjes tonen die hij geleerd had van zijn vorige eigenaar want deze was een circusolifant geweest en hij had de kunstjes duidelijk nog niet verleerd. Op één poot staan, zich omrollen en hij gaf zijn mahout een zoentje met zijn slurf… vertederend om te zien! En geen enkele keer moest de mahout boos reageren, de olifant deed het gewoon uit zichzelf.
Tijd voor een kleine pauze maar ik bleef liever hier op het platform op 1m van de olifanten, zonder tralies of meer… Wat een rust ging er van deze plek uit!
Na de pauze kregen we een documentaire en ontdekten nog meer over het uitbuiten van de olifanten.
De olifanten werden vroeger ingezet voor houtkappen maar gelukkig is dit nu door de overheid verboden. Echter verblijven er nog een heleboel olifanten als “huisdier” bij de mensen waar ze dan toch ook voor hard labeur worden ingezet. We hebben dit nu zelf gezien langs de Kwai rivier.
Op de documentaire zagen we ook op welke manieren de olifanten ‘getraind’ worden om te gehoorzamen aan hun mahout. Zonder in detail te treden, ik kan je verzekeren ronduit dierenmishandeling!
De overheid is nu gestart met een programma waar je kan leren om mahout te worden en je je olifant op een niet-agressieve manier kan leren gehoorzamen. Maar we weten natuurlijk allemaal dat er een handvol Thaise mannen deze opleiding volgen en de rest gewoon de gruwelijkheden van hun vaders overnemen.
Oprichtster ‘Lek’ hoopt gewoon dat het ook zo vlug mogelijk verboden wordt dat olifanten toeristen op hun rug moeten dragen maar dat er in de plaats aan eco-toerisme wordt gedaan.
Het is ook dringend nodig dat de overheid het probleem ziet want vroeger waren er nog 100 000 olifanten in Thailand, nu slechts 3000, met een kleine 1500 in het wild. De Aziatische olifant is duidelijk een bedreigde diersoort geworden!
Na de documentaire, hoe kan het anders, voedertijd! Milan had zo goed als zijn privé-olifant want de anderen zaten er maar en keken ernaar. Des te leuker voor ons!
Ondertussen reed er een vrachtwagen met aanhangwagen het park binnen. Daarin vervoerden ze de mama van het kleintje dat is binnengebracht. Ze willen er op een of andere manier toch in slagen om het olifantje te verenigen met haar mama.
We maakten op die manier ook kennis met ‘Lek’, de oprichtster van dit park. Ze werd al geïnterviewd in reportages voor Discovery Channel, Time Magazine,… Het voelde echt als een eer aan! ;)
Jammer genoeg time to go… ik had nog even langer op deze hemelse plek kunnen blijven!
Die avond stapten we de deur uit en Keith, de eigenaar van onze B&B, vertelde ons dat we zeker de ‘night markets’ niet mochten missen. En inderdaad, wat een gebeuren! Immens groot en de leukste hebbedingetjes kan je er kopen! Je hebt absoluut een lege valies nodig om al dat leuks mee te nemen naar huis! Maar we zijn verstandig. ;-)
Best Tuk Tuk Tours met Paul
Dag 9
De vlucht met low-cost-maatschappij AirAsia – dus vergelijkbaar met Ryanair – is prima verlopen. Geen beetje vertraging en ook de taxiservice van ‘Oriental Escape’ was weer tot in de puntjes in orde. “Welcome in Chiang Mai”.
Onze nieuwe slaapplaats lag in het midden van het centrum van Chiang Mai, dus lekker gemakkelijk maar de drukte moesten we er niet bijnemen want ‘Soi’ weet ik ondertussen al wil zoveel zeggen als zijstraat. En bijv. ‘Soi 4/1’ wil zeggen dan eigenlijk zeggen ‘eerste zijstraat van zijstraat 4’! ;) Schitterend om zo dichtbij te zitten maar toch te kunnen genieten van de rust.
De B&B zelf is supereenvoudig maar het werd hoog aangeschreven op Tripadvisor en voor 11 euro per nacht/2p kan je ook niet het Hilton-hotel verwachten hé!
Om 13u kwam Paul ons ophalen. Paul is waarschijnlijk de enige blanke die in Chiang Mai met een tuk-tuk rijdt. Om een lang verhaal kort te maken: zijn ouders zijn Amerikanen en hij is hier geboren.
Deze tuk-tuktour was helemaal op maat gemaakt want ik wou ‘Tiger Kingdom’ en ‘Wat Phrathat Doi Suthep’ zien, beiden enkele kilometers gelegen buiten de stad dus moeilijk om er zonder vervoer te geraken.
Paul stelde voor om eerste te gaan lunchen en dan naar de tempel te gaan. Allemaal goed voor mij! Hij wist een goede Thaise eettent zijn en bestelde dan ook enkele typische gerechten van Noord-Thailand. Blijkbaar heeft elke regio toch wel zijn specialiteit.
De rijst was wel heel leuk gepresenteerd in een klein rieten mandje. Het leuke was ook dat je deze kleefrijst met je handen mocht eten, dat wordt nu eenmaal zo gedaan. Dat moet je Milan geen twee keer zeggen! ;) Voor de rest was ik niet helemaal overtuigd van het eten. Enkel de gegrilde – gewone ;) – kip kon me echt smaken. Voor de rest viel de papayasalade wel mee maar de andere twee gerechtjes met munt en een bepaald ander kruid waren niets voor mij!
Daar stapten we over in een rode songthaew, een lage, open truck, zeg maar die ons naar de tempel boven op de berg zou brengen.
We hadden echter een heel speciale dag uitgekozen want net vandaag marcheerden alle 30 000 universiteitsstudenten de berg op naar de tempel. Dit gebeurt maar één keer in het jaar en net vandaag! Schitterend om al die jongeren langs de weg te zien lopen. Je gelooft je ogen niet!
Eén nadeel: een drukte van jewelste en om den duur geraakten we zelfs niet meer verder. Het bezoek aan de ‘Tiger Kingdom’ kwam daardoor in het gedrang zodat Paul besliste om de tempel uit te stellen tot maandag. Hij zou ons dan terug brengen daar hij geen andere plannen had die dag en ik alleen in de late namiddag iets gepland had.
Terug tuk-tuk in en richting ‘Tiger Kingdom’, toch ook een halfuurtje buiten de stad. Milan was ondertussen in de tuk-tuk in slaap gevallen en ik had het ook moeilijk mijn ogen open te houden… we waren dan ook al wakker van 5u hé!
Maar ene keer in ‘Tiger Kingdom’ gearriveerd was er van vermoeidheid niets meer te bespeuren bij hem. Dit is echt één van de toeristische trekpleisters in de buurt en we ontmoetten er dan ook een gezin die bij ons in de groep zat in ‘River Kwai Jungle Rafts’… wat een toeval!
Aan een toeristische trekpleister hangt natuurlijk ook een serieus prijskaartje: de babytijgers aaien en foto’s nemen kost ons bijna 40 euro voor nog geen kwartier. Je doet het natuurlijk niet elke dag… Van zoiets kan je enkel dromen als je dit in de films of documentaires ziet gebeuren. En indien hij had gekund, had Milan er eentje in zijn broekzak gestoken! ;)
De tijgerwelpjes waren zodanig speels dat er eentje in mijn schoot sprong. Normaal mag je ze uit veiligheidsoverwegingen enkel aaien op de rug maar Milan was dit in zijn enthousiasme vergeten en eentje beet hem natuurlijk speels in zijn hand. Zonder veel erg, het zijn natuurlijk ook maar kleintjes en Milan kan nu thuis gaan vertellen dat hij door een tijger gebeten is! ;)
Als je helemaal gek wilt doen, kan je ook met de middelgrote en grootste tijgers in de kooi, maar dat vond ik nu net iets té gevaarlijk. Ook al zijn ze daar gekweekt, het blijven wilde dieren…
Na het aaien van de allerkleinsten keken we nog even rond want ‘Tiger Kingdom’ heeft zo’n 40 tijgers van pasgeboren tot volwassen. Je kan tot tegen de kooien gaan als je wilt maar vergeet niet het pictogram van ‘geen vingers door de tralies steken’ in acht te houden! ;) Milan maakte één van de jongere katten zodanig gek met een papieren zakdoekje dat hij tegen de kooi aansprong om met Milan te spelen… tot hij van de bewaker onder zijn voeten kreeg… typisch! ;)
Tijd om terug te keren naar Chiang Mai… “Het was een leuke dag, hé mama!” Fantastisch om dat te horen!
Terug in de B&B verzamelde ik mijn was want ik had even verderop in de straat een huisje gezien waar je je was kon binnen geven: 75 cent voor een kg was. Doen want sommige kledingstukken begonnen echt stijf te staan van het vuil. ;) Morgen mag ik er mijn was weer gaan halen… ben benieuwd!
Vanavond eens geen Thais eten – eerlijk gezegd komen de Thaise proevertjes eventjes mijn strot uit! ;) Op Tripadvisor had ik een leuk Italiaans restaurantje gevonden en daar had ik nu echt eens zin in.
En lekker was het zeker! Voor herhaling vatbaar… komt goed uit daar we hier morgen nog zijn!
Ach ja, en kon het niet laten om me zo’n losse Thaise broek te kopen. Had het niet geweest dat ik nu al moest proppen om mijn spullen in mijn valies te krijgen, hadden het er twee geworden! ;)
’t Is 22.30u… bedtijd voor ons want het was beslist een superleuke maar ook lange dag!
Een Mon-dorp en tuffen op de Birmaspoorlijn
Dag 8
Terwijl Milan zich aan het klaarmaken was deze ochtend, riep hij plots: “Kijk mama, olifanten!” En inderdaad achter ons huisje op nog geen 2 meter lieten twee mannen van het dorp de olifanten baden en kregen ze even verderop de restjes uit de keuken. Dat zie je niet elke dag als je nog maar een kwartiertje wakker bent! ;)
Vanmorgen om 7.30u werden we aan het ontbijt verwacht voor een lekker Engels ontbijt om er weer tot de lunch tegenaan te kunnen. En dan afspraak aan de receptie om naar het Mon-dorp te gaan.
Langs een bamboepadje over water gingen we naar boven. Als het regenseizoen volop bezig is, reikt het water zelfs helemaal tot boven en is de stroming gevaarlijk sterk maar nu is het maar een babyversnelling, wist de gids ons te vertellen. ;)
Doorheen de jungle gingen we het dorp binnen en vertelde hij over het dorp en de Mon-bevolking. Sommigen in dit dorp zijn hier geboren, anderen zijn naar hier getrokken – of ergens anders in Thailand – omdat er in Birma nauwelijks werk te vinden is.
De mensen die in dit dorp wonen hebben niets van papieren, enkel diegenen die voor het resort werken, krijgen een 10 jaar geldige identiteitskaart maar ze mogen dit district niet verlaten, voor andere regio’s in Thailand moeten ze gewoon een visum aanvragen. Als die 10 jaar voorbij zijn, worden ze pas officieel ‘Thais’ en mogen een auto, huis,… kopen.
De bamboehuisjes staan daar maar voor een 7-tal jaar, het dak gaat zelfs maar 1 à 2 jaar mee en nadien helpt iedereen elkaar om het huisje opnieuw te bouwen… Na 2 dagen staat er een nieuw.
We stopten dan bij een echte toeristische trekpleister: olifanten voeren. Ondanks we binnen enkele dagen naar een olifantenkamp gaan, wou Milan absoluut een olifant eten geven. Oké dan maar!
De volgende halte was een dorpsschooltje. De kinderen die in dit dorp verblijven moeten 5 dagen per week naar een Thaise school verderop en in het weekend krijgen ze dan les in de Mon-taal in dit dorpsschooltje. Dus deze kinderen gaan 7 op 7 naar school. Ze gaan maar naar school tot 10 jaar.
Onze gids was ook uit een Mon-dorp. Ik vroeg hem hoe hij zo goed Engels had geleerd want hij sprak prima ‘Australisch Engels’. “Van de toeristen!” Duidelijk komen er ook een heleboel Nederlanders hier over de vloer want hij kan al een mondje Nederlands ook. Al moet hij natuurlijk altijd dezelfde gerechten en uitdrukkingen zeggen! ;-)
We liepen nog even door naar een tempel waar hij het verschil uitlegde tussen een Thaise en Mon-tempel, ondanks beide culturen het boeddhisme vereren.
Duidelijk dat de toeristen dit dorp in leven houdt!
We wandelden terug door de jungle naar het resort want op 11u werden we weer aan de receptie verwacht voor de boottocht terug naar het vasteland.
Terug aan wal kregen we een lunch voorgeschoteld en tegen 13u de bus op naar het treinstation van Nam Tok, een piepklein gehucht.
In 2e klasse spoorden we met een boemeltreintje via de Birma-spoorlijn. Het uitzicht was schitterend: kleine dorpjes, plaatselijke bevolking aan het werk, de jungle, de bergen en rivier die zich een weg baande doorheen de jungle. Schitterend!
Na ong. drie kwartier arriveerden we op de eindbestemming om daar de bus te nemen die ons terug naar Bangkok bracht. Pfff, dat was minder, de hele tocht duurde zo’n ‘kleine’ drie uren want eenmaal we Bangkok naderden, regen de files zich aan elkaar en kwamen we nauwelijks vooruit.
Tegen 17.30u terug de minivan in die zich dan doorheen de straten van Bangkok worstelde. Ik denk dat het met moeite 10km was maar we deden er bijna een uur over. Opeens zag ik dat de chauffeur eigenlijk al beland was aan onze straat maar hij moest eerst een ander koppel afzetten en dan terugrijden naar hier… Die 10m zouden we wel te voet doen hoor want met dat verkeer zou er al gauw een halfuur bijkomen. Niets van!
In de hostel aangekomen, was er weer niemand aan de balie – daar inchecken eigenlijk maar tot 18u is – dus de ‘meid’ liet ons binnen en bracht ons met een reservesleutel naar onze kamer. Wat een hel, die keizware valies naar de derde verdieping sleuren in die hitte. Gelukkig was die dame zo vriendelijk om een handje te helpen.
En wat een teleurstelling toen we binnenkwamen. Bleek gewoon een slaapzaaltje te zijn dus geen eigen douche of ander comfort, enkel een bed. Even mijn papieren gecheckt en nu herinner ik het me… de luxekamers waren volzet dus heb ik uit noodzaak maar gewoon een eenvoudige 3-pers. kamer genomen. Gelukkig moeten we hier enkel slapen…
Terug in de mallemolen van Bangkok… wat een aanpassing na de prachtige natuur van de voorbije 2 dagen.
Morgen weer supervroeg uit de veren want we vliegen noordwaarts.
In de voetsporen van 'The Bridge On The River Kwai'
Dag 7
Vanmorgen werden we om 6u opgepikt met een monovolume om dan even later over te stappen op een reisbus bijna helemaal vol met Nederlanders! ;)
Een reis van 1,5u bracht ons tot aan een kleine aanlegsteiger in de buurt van het drierivierenpunt Mekong – Kwai - Si Sawat. Van daaruit had je de keuze om over water richting de wereldberoemde brug over de Kwai te varen of gewoon met de bus. Milan had natuurlijk snel gekozen!
Toch wel indrukwekkend om voorbij het drie-rivierenpunt op een longtailboot enkele minuten later ‘the bridge over the river Kwai’ te zien opduiken. Daar werden we gedropt en mochten over het spoor van de beruchte brug wandelen.
Ondertussen was het opnieuw snikheet en een halfuurtje was genoeg om in het zweet te baden. Wat moet dat dan niet geweest zijn om in die temperaturen een brug te bouwen?
Even later hielden we halt bij het War Memorial Museum dat onder Australisch management valt. Blijkbaar heeft Australië een heel belangrijke rol gespeeld in dit conflict en zijn er een heleboel Australiërs, Britten en Nederlanders gestorven bij de bouw van de Birmaspoorlijn in opdracht van de Japanners. Het museum vertelt de hele geschiedenis van de Birmaspoorlijn en de oorlog die Japan voerde om Azië in te nemen. Heel interessant want – m.u.v. Pearl Harbour - wist ik van de inbreng van Japan in WO II helemaal niets… Aan het museum is ook een kerkhof verbonden waar een heleboel gesneuvelde geallieerden liggen. Rijtje per rijtje gelijkaardige gedenktekens.
We hebben het kerkhof vanop de bus gezien – je kon een bezoek brengen indien je dit wilde – maar bij deze temperaturen leek het me redelijk onverantwoordelijk om op het middaguur in de blakende zon te lopen.
Terug de bus op voor de laatste stop: de aanlegsteiger voor de longtailboten die ons naar ons drijvend hotel zouden brengen.
Gedurende 40 min. vlogen we over de Kwai rivier. Fris windje, Milan een stralend gezicht en genieten van de schitterende natuur links en rechts. Jungle, beboste bergen, waterbuffels en zelfs olifanten die door de plaatselijke bevolking werden ingezet als arbeidskrachten.
Amaai, 40 min. per boot, we zaten echt in the middle of nowhere. De enige mensen die je ziet zijn de schippers van de longtailboten en de toeristen die erop zitten. En af en toe duikt langs de rivier een klein resort op.
Spannend… hoe zou ons hotel eruit zien? De bocht om en daar dook ‘River Kwai Jungle Rafts’ op, waw!!! Het hele drijvend resort in bamboe en hout, gedragen op lange, drijvende rubberen “banden”. Geen elektriciteit, geen internet, koude douche, … Back to basics!
Na de Thaise lunch kregen we de sleutel voor onze kamer en Milans reactie zegt het allemaal: “Waw, vetcool!” ;-)
Maar voor we konden genieten van het resort stond er nog een uitstap op het programma. Eerst met de longtailboot en dan in de laadbak van een jeep voor een rit naar Hell Fire Pass Memorial.
Op deze plek wandel je over een gedeelte Birmaspoorlijn dat nu niet meer bestaat want is door de plaatselijke bevolking na de oorlog helemaal geplunderd… bielzen, rails,… alles weggenomen. Maar daar de bouw op deze plek zo een helse karwei was (er moest een doorgang door de berg gekapt worden) werd deze plek uitgeroepen tot ‘Hell Fire Pass’ en vond Australië het belangrijk dat hier een memorial kwam zodat ook de volgende generatie zou weten wat een hel het geweest was.
Tegen 17u kwamen we terug aan in het drijvend resort. Milan wou vlug zijn zwemkledij aan want hij had sommigen al in het water gezien die zich op de stroming lieten voortdrijven aan de hand van een zwemvest. Ik was er niet gerust in maar hij vond maar dat ik hem niet meer als een babytje moest behandelen dus doe dan maar zeker?! ;-)
Het probleem vond ik niet wat er gebeurde maar eerder in welk water het gebeurde… Want echt proper leek het de rivier met haar zandbruine kleur niet echt… En ‘goed douchen’ in zo een primitieve omgeving leek me ook echt een uitdaging…
Bon, niet op voorhand problemen creëren… doen maar!
Zijn gezicht sprak boekdelen, zo leuk vond hij het! Na een paar kiekjes te hebben genomen, wou ik het eigenlijk ook gewoon zelf uitproberen. En ja hoor, geweldig! Zaaaaalig laten meedrijven! De enige uitdaging was weer op de steiger te geraken want je moest ervoor zorgen dat je niet voorbij het laatste drijvende huisje dreef of je kon tegen de stroom beginnen inzwemmen… onmogelijk! Je terug op de ladder hijsen in de stroming was moeilijker dan ik dacht! But we made it! ;-)
OK, douchen! Geen elektriciteit te hebben, was de grootste uitdaging want je zag eigenlijk niet veel omdat die huisjes nogal donker waren. Met het schijnsel van een petroleumlamp moest alles gebeuren. Geen makkie! Wat zijn we toch verwend!
Om 19u werden we terug aan tafel verwacht voor het diner. Weer allerhande Thaise gerechtjes kregen we voorgeschoteld. Wel leuk om alles zo eens uit te proberen!
Na het diner werden we verwacht in het laatste huisje dat ingericht was met een podium en bankjes. Daar brachten vrouwen en kinderen van de Mon-stam – die eigenlijk uit Birma afkomstig zijn maar daarbuiten enkel in dit deel van Thailand voorkomen – een show. De vrouwen en kinderen zongen en dansten, de mannen bespeelden enkele inheemse instrumenten.
Een leuk weetje: dit drijvend hotel ligt in vogelvlucht slechts 18km van de Birmese grens (het huidige Myanmar).
Muskietennetten naar beneden laten en bedje in…
Tempeltour in Bangkok
Dag 6
Wekker om 7u gezet zodat we de 9u-trein terug naar Bangkok konden nemen. Maar nog eerst genieten van een heerlijk Promtong –ontbijt. Ik koos weer voor een stevig Engels ontbijt en Milan wou de pannenkoeken uitproberen. Ook deze smaakten super, zei hij.
De gastvrouw regelde ons een tuk-tuk naar het treinstation en we kregen zelfs nog een magneet als souvenirtje mee. De twee dames die deze B&B uitbaten doen echt alles voor hun gasten en de B&B ligt er onberispelijk bij! Dit was echt een luxeverblijf voor 54 euro voor 2 personen voor 2 nachten!
Deze keer kost de treinrit ons nog geen 1 euro om met twee terug naar Bangkok te keren omdat we zoals de lokale bevolking in derde klasse reden. (Er was deze keer geen keuze want deze trein heeft alleen wagons 3e klasse). En eerlijk gezegd, had ik het geweten, had ik de vorige keer ook gewoon in 3e klasse gereden want ook hier zijn er zitplaatsen, hetzij iets eenvoudiger. Trouwens goedkoper dan de skytrain en metro die 4 euro kost voor twee.
Overhit bereikten we terug onze hostel. We konden nog niet inchecken want we waren te vroeg maar de bagage kon wel in de luggage storage tot vanavond. Vlug even andere kleren aantrekken en even wachten in de lekkere frisse gemeenschappelijke ruimte om te wachten tot we weer opgepikt werden voor onze volgende tour.
We werden verwelkomd door een vriendelijke dame die onze gids was deze namiddag. Blijkbaar zonder mijn weet weer een privétour en met een auto werden we doorheen Bangkok geloodst. OMG, in Bangkok moet je écht niet zijn met de auto. We geraakten met moeite vooruit maar gelukkig was er airco! ;-)
We stopten aan een eerste tempel – naam ontschiet met volledig en terwijl ik dit schrijf heb ik geen internet dus kan het ook niet opzoeken – en stonden oog in oog met de grootste gouden buddha van de wereld. Volgens de gids althans! ;-) Het was eigenlijk wel best indrukwekkend om een 700 jaar oud beeld te zien met een gewicht van 5000 kg in goud!
Onze gids gaf oneindig veel uitleg maar ik verstond er zo goed als niets van. Ook zij sprak van dat vreselijk Thais Engels. Op zich kon ze wel goed zinnen bouwen maar de uitspraak liet totaal te wensen over. We maken er wel eens grapjes over dat de Aziaten geen ‘r’ kunnen uitspreken en ook bij haar was dit het geval. Ook bepaalde andere klanken sprak ze niet correct uit waardoor de hele geschiedenis volledig aan mij voorbij ging en liep ik vooral ‘ja’ en ‘mhm’ te knikken! :-)
Van daaruit reden we naar ‘The Grand Palace’ met inderdaad het paleis en een heleboel tempels rondom rond. Weer een woordenstroom met onbegrijpelijke klanken en al knikkend liep ik te denken “ik zal het thuis wel eens opzoeken”. In ieder geval had ik wel begrepen dat de koning daar niet meer verblijft.
De tempels waren in ieder geval prachtig met heel veel (blad)goud, kleurrijke schilderingen en versieringen.
Nog één tempel op het programma… Nog één?! Milan en ik hadden het veel te warm – ik gleed bijna uit mijn schoenen ;-) - en ‘k wou zelf nog een tempel langs de rivier bezoeken die niet op het programma stond dus van mij part sloegen we die tempel over maar dat vond ik nu net iets te grof! ;) Tanden bijten dus maar…
Gelukkig hebben we volgehouden want we kwamen Wat Pho binnen en stonden versteld. Over de hele lengte van de tempel lag er een immens grote, gouden buddha. Niet normaal! We wandelden er helemaal rondom heen en de hele tijd hoorden we in dezelfde cadans een kletterend geluid. “What’s that sound” vroeg ik. Het bleken mensen te zijn die een donatie deden. Ik bleef het raar vinden omdat het een aanhoudend geluid was. Zoveel centen vallen er toch niet in dat bakje? En als we de voeten van de buddha voorbij liepen, zagen we waar het geluid vandaan kwam. Over de hele lengte aan de rugzijde van de buddha stonden er tientallen potten waar de mensen één voor één centjes in wierpen. Dit zou geluk brengen… Milan deed ook een donatie en als het al dan geen geluk zal brengen, plezier had hij er alvast wel in!
De gids bracht ons terug naar de auto en gaf ons nog twee flesjes water mee voor ons bezoek op eigen houtje aan Wat Arun. Ze bracht ons naar de pier waar we de ferry namen naar de overzijde van de rivier. Deze ferryrit van een 2-tal minuten kostte ons 15 eurocent voor twee! :-)
Wat Arun vind ik gewoon indrukwekkend daar deze echt aan de oever van de rivier ligt. Je kan de wat ook beklimmen tot aan de tweede etage. Best wel spannend die hoge (open) trappen en niets voor mensen met hoogtevrees. Op de 2e verdieping heb je dan een zicht op de stad… indrukwekkend! We schreven beiden onze naam op het doek dat rondom de toren gedrapeerd was.
Naar boven was spannend maar dan moest je terug naar beneden en dat was eerder griezelig maar achterstevoren lukte het wel en de meeste mensen deden het op deze manier!
Na de ferryrit terug namen we een tuk-tuk naar het station. Onderhandelen over de prijs is nodig en ik ben trots dat ik er 5O baht heb afgekregen! ;-)
Wat een heksenketel die terugrit. Het verkeer ging geen meters vooruit, ook niet met een tuk-tuk. Om je door het verkeer heen te worstelen heb je eigenlijk een brommer nodig want die wringen zich overal tussen. Je zou dat moeten zien, ogen overal moet je hebben! En echt gezond is een tuk-tukrit in Bangkok niet hoor, je vergast bijna! Ik blijf erbij: skytrain of metro, dat zijn dé vervoersmiddelen in Bangkok! Jammer genoeg reed geen van beide richting rivier dus moesten we wel met de tuk-tuk naar het treinstation. En daarmee heb ik Milan alvast weer een plezier gedaan want hij wou ook in Bangkok met een tuk-tuk rijden want het was hem opgevallen dat deze er anders uitzagen dan die in Ayutthaya. En ja, gelijk had hij! Ik had het alvast niet gezien.
Dag 6 is het ondertussen al dus het mocht vanavond eens een Mc Donalds zijn. We gingen voor de “veilige” fish burger want wie weet wat ze bij ons in het gehakt draaien, laat staan in Thailand…
Milan wou een Fanta dus ik bestel Fanta… “Stlabelly” … Excuse me? “Stlabelly” Excuse me? “Stlabelly” … Euh, ik denk dat hij het zo’n vijf keer herhaald heeft en toen redelijk pissed-off begon te worden - toen ik eindelijk door had dat hij strawberry bedoelde! ;-)
Ene keer op ons plaats zag ik op het legblad op de plateau dat ze enkel aardbeien-Fanta aanbieden… Waarom me dan vragen en me helemaal in de war brengen?! ;-)
Tijd om terug te keren naar onze hostel en weer in te checken en … een douche te nemen!
Morgen weer heel vroeg op want we worden om 6u opgepikt voor een 2-daagse richting River Kwai.