De laatste dag in Siem Reap
Dag 22
Vanmorgen eens ietsjes langer slapen want we werden na het ontbijt pas opgepikt om 9u. Er was ook een wissel bij de gidsen dus gingen we vandaag met een andere gids op pad. Wel jammer eigenlijk!
Eerst reden we naar de pier waar we op een longtail-boot door het kanaal voeren richting het Tonlé Sap-meer. Dit meer is één van de grootste van Zuid-Oost Azië en het is inderdaad gewoon reusachtig. Vanuit het vliegtuig leek het wel de zee want toen ik Milan vertelde dat dit Tonlé Sap was zei hij nog: “Neen mama, da’s de oceaan!” Niet dus!
Het kleine kanaal wordt gevormd door de huisjes die links en rechts liggen. Het is een drijvend dorp waar de lokale bevolking maar vooral veel Vietnamezen wonen. En wat ik al begrepen heb de afgelopen dagen is dat de Cambodjanen het niet begrepen hebben op Vietnamezen (noch op Koreanen en in de geschiedenis blijkt Thailand er ook niet zo goed uit te komen ;)).
Het dorp drijft want naargelang het seizoen verplaatsten ze zich dichter of verder van het meer vandaan. Tijdens het regenseizoen – nu dus – wonen ze dichter tegen land en in het droge seizoen omgekeerd. De huizen worden dan door grote boten op sleeptouw genomen. We voeren ook even op het Tonlé Sap-meer. Niet veel te zien want water links, rechts en voor zover je kon zien!
In het kanaal was het een enorme bedrijvigheid want je zag dikwijls longtail-boten met toeristen passeren. Naast de woonboten zagen we ook enkele drijvende restaurants (met een ‘crocodile farm’ met 13 krokodillen en een bassin met meervallen) waar toeristen stopten… stom!
Gelukkig was al de rest authentiek en zag je het dagelijkse leven van de bewoners. Een drijvende katholieke kerk (voor de Vietnamezen), twee drijvende schooltjes (weer voor de Vietnamezen) en een drijvend basketbalveld. Grappig! Toen ik vroeg waar de Cambodjaanse kinderen dan naar school gingen want er liepen er wel genoeg rond, liet hij weten dat deze aan wal naar school gaan, m.a.w. niet dus!
Onze longtail-boot werd bestuurd door een jonge vrouw en haar zoon (8 jaar schat ik). Ik vroeg de gids wat zij verdienden aan deze boottocht (met notabene maar twee toeristen op, Milan en ik). 3%!!!!!!!
Het ticket kost 25 dollar dus reken maar uit… Ze zijn een uur met ons onderweg, de boot vraagt onderhoud, het kost benzine,… Die mensen moeten echt leven van onze fooien! Triestig!
Ik vroeg of de ferry van Tonlé Sap ook in handen is van de Vietnamezen maar dat is blijkbaar een coöperatie met Korea. De Cambodjanen beheren niets van hun inkomstbronnen zelf. Angkor wordt geleast door Vietnam voor 7 miljoen dollar en dit terwijl er daar jaarlijks 3,5 miljoen bezoekers zijn. Een dagpas kost 20 dollar/persoon, drie dagen 40 dollar dus reken maar uit hoeveel winst eigenlijk naar Vietnam gaat.
In India zijn ze zelfs van plan om een replica van Angkor Wat te bouwen, hoe stom is dat?! Er gaat toch niets boven ‘the real thing’!
Er moet nog heel wat gebeuren tegen dat het land er weer bovenop is… Gelukkig zijn er vele landen over de hele wereld om te helpen: de organisaties die de kinderen begeleiden naar een betere toekomst, de internationale weeshuizen en de renovaties aan de schitterende tempels.
In de minivan reden we ook voorbij een kerkhof met onbekende soldaten, met slachtoffers van de Rode Khmer. Blijkbaar zijn er tijdens die burgeroorlog van 1975 tot 1979 3 miljoen slachtoffers gevallen. Had geen idee dat het zo erg was. Hij zei dat er eigenlijk ‘Killing Fields’ zoals we in Phnom Penh gezien hebben over heel het land verspreid liggen.
En de landmijnen rondom de steden en trekpleisters zijn opgeruimd dus toeristen hebben niets te vrezen maar verspreid over het land – en uiteraard op het platteland – zijn er nog 6 tot 7 miljoen landmijnen te vinden.
We stopten deze keer heel vroeg voor lunch – nog geen 11.30u - maar geen van beiden had echt honger dus gewoon een bananenshake was genoeg!
Onze laatste Cambodjaanse tempel stond dan op het programma: de Bayon-tempel die ligt in de oude stad ‘Angkor Thom’.
‘Bayon’ wil zeggen ‘4 gezichten’. En inderdaad telkens 4 gezichten sierden elke toren van de tempel. Schitterend om te zien! We hebben er toch denk ik bijna 2 uren rondgelopen. Niet dat de tempel zo reusachtig is als Angkor Wat maar het was een leuke plek om foto’s te nemen en om rond te lopen in alle aparte “kamertjes”. Er waren er zelfs ondergronds! We hebben ook twee keer moeten schuilen voor het onweer en het laatste duurde toch wel een dik kwartier en deze keer hadden we noch poncho’s, noch paraplu’s mee.
We hebben ons Angkor-bezoek naar mijn mening in schoonheid afgesloten. Ja, Bayon was de favoriete tempel van Chamnan, onze gids van gisteren en ja hoor, mij kan hij ook heel erg bekoren! En zelfs bij Milan komt hij op nummer 2! ;)
Omstreeks 15u waren we weer in ons hotel om nog even te relaxen. Straks nog eens naar ons favoriet Belgisch restaurant en dan valiezen pakken want morgen gaat de vlucht richting Maleisië.
PS Nog een weetje: ‘Siem’ verwijst naar de Thaise bevolking en ‘Reap’ betekent ‘overwonnen’ dus Siem Reap betekent dat ze de Thaise bevolking overwonnen hebben. ;)
Tempels van zonsopgang tot zonsondergang
Dag 21
Eigenlijk veel te moe om te bloggen vandaag dus zal het even (proberen) kort houden.
Vanmorgen om kwart na vier uit de veren… ja je leest het goed! Om 5u op pad om Angkor Wat te bezichtigen bij zonsopgang. Eerst Nigel, de Australiër die besliste om ook vandaag op pad te gaan met ons, oppikken en dan richting ‘sunrise’!
Zo vroeg in de ochtend maar we waren blijkbaar niet de enigen die de zonsopgang wilden zien. De gids wist een ideaal plekje zijn om op het gemak – zittend - naar de zonsopgang te kijken. Een halfuurtje en de zon zou hoog aan de hemel staan. Het was een ongelooflijk mooi tafereel en absoluut waard om zo vroeg op te staan.
Na een halfuur wandelden we richting de tempel om in de vijver ervoor de weerspiegeling te zien. Wijs, zoiets zie je op de postkaarten!
Terug naar de minivan om in het hotel te gaan ontbijten. Een heleboel dingen om uit te kiezen maar we gingen voor … rarara… de bananenpannenkoeken. Veel te veel want we kregen allebei slechts één pannenkoek op, terwijl we er beiden twee hadden gekregen. Ja, de Cambodjaanse pannenkoeken zijn caloriebommen!
Terug de minivan in voor een rit van drie kwartier naar de ‘Banteay Srei’-tempel. Nigel en ik praatten volop over Australië, mijn favoriete onderwerp! ;)
De ‘Banteay Srei’-tempel is helemaal niet zo groot maar de ‘carvings’ (sorry, ik kom even niet op de Nederlandstalige benaming) zijn heel knap werk! Wist je dat in de tijd de slaven werden gedood als ze een fout maakten bij het maken van deze ‘carvings’? Amaai, moet dat stresserend werken geweest zijn…
Van daaruit een kwartiertje richting ‘Kbal Spean’, een gebied in de jungle met een schitterende waterval. De weg ging helemaal naar boven dus echt wel lastig in die hitte en 15OOm is niet niks als je moet klimmen terwijl het zweet je afregent! ;) “I hope it’s worth it!”
Ja hoor, best een knappe waterval! Je kon er een “natuurlijke douche” nemen maar aangezien ik geen zwemkleren meehad, kon ik dit niet doen. Wat jammer want het zag er heerlijk uit! Milan heeft er zich in zijn onderbroek dan wel onder gewaagd – niet echt helemaal want hij vond het te koud ;) - en ook even gerelaxt in een “natuurlijke jacuzzi”…
Het leukste was toch wel de Cambodjaanse kinderen te zien spelen in die waterval. Ze gebruikten de gladde stenen als glijbaan en plezier dat ze hadden… heerlijk om te zien! Wat een verschil met de talrijke kinderen die lopen bedelen of vanalles en nog wat verkopen “Madam, one dollar… you buy?” Wat is dat lastig om die smekende gezichtjes te negeren…
Als ze zeggen niets van hen te kopen, zal dit beslist wel met een reden zijn… Beter een donatie te doen aan een organisatie die ook écht iets voor de kinderen doen. Vandaag heb ik toch iets gegeven aan muzikanten die hun typische Khmer-muziek met bijpassende instrumenten ten gehoor brachten. Ze waren blind of slachtoffer van de vele landmijnen die tot zo’ 15 jaar geleden nog over heel het gebied verspreid lagen.
Waar was ik? Ach ja, de waterval… Als beide mannen, klein en groot, verfrist waren, konden we nog even verder naar boven. Daar zag je in de natuurlijke stenen weer prachtige ‘carvings’ en ‘linga’.
Lunchtime! Na de terugweg naar beneden, lunchen we in een plaatselijk restaurant. Blijkbaar was redelijk veel uitverkocht want “no ham sandwich” … Chicken? “No chicken too.” Ja, Milan heeft dan maar een heel ander menu gekozen: Beef steak and French fries”. Het was vooral het laatste dat het ‘em deed!
En ik ging voor een Khmer-gerecht: fried noodles with chicken… “No chicken.” Beef? “Ohhhh sorry, no beef, is pork OK?” Ja, heb ik nog een andere keuze?! ;)
We hebben heel wat afgelachen want Nigel verwachtte een T-bonesteak – zoals het trouwens afgebeeld stond om de menu – maar in de plaats kregen ze twee heel dunnen lapjes vlees. Het was ongelooflijk taai! “It’s probably from the rubber tree!” Zelfs de gids kon lachen met Nigels opmerking! Eb hij vond Milan hilarisch die nogal aan het “sjieken” was op het vlees!
Dan eindelijk waarop ik al heel lang gewacht had: Ta Phrom. Dit is de tempel die vergroeid is met de jungle… of is het omgekeerd? Het is ook de tempel waar een stuk van de film ‘Tomb Raider’ met Angelina Jolie was gefilmd.
Maar ondertussen hadden donkere wolken zich ook samengepakt en begon het lichtjes te druppelen. Tegen we goed en wel op weg waren, viel de regen met bakken uit de hemel en was het enorm hevig aan het regenen. Grrrr, ik was ongelooflijk ontgoocheld want ik wou zoveel mooie foto’s nemen… Prutsen met paraplu en fototoestel dat kletsnat werd of druppels op de lens die het beeld verknoeiden… HATELIJK!
Maar typisch voor het regenseizoen was het onweer na een kwartiertje weer over. We liepen verder door het tempelcomplex dat op sommige plaatsen helemaal vergroeid was met de jungle. Magisch! Ik vond het echt geweldig! En ook Milan vond de tempel – zoals ik verwacht had – cool.
Het werd dus toch nog een schitterende belevenis!
De rit terug bleef niemand wakker m.u.v. onze chauffeur (gelukkig maar ;)) en we waren veel te snel terug in Siem Reap. Ik had wel nog wat langer kunnen slapen. Afscheid genomen van Nigel want die was waarschijnlijk voor de laatste dag met ons op stap.
Wat was de tijd ook voorbij gevlogen want ondertussen was het al 18u en we waren al van 5u op trap. De gids regelde voor ons een tuk-tuk die ons vanavond naar het centrum zou brengen want ik wou gaan eten in ‘The Red Piano’, een restaurant uitgebaat door een Belg met hoe kan het ook anders: Belgische specialiteiten op de menu.
Onze tuk-tuk-chauffeur stond ons mooi om 19.30u op te wachten en bracht ons naar het restaurant. Hij zou er ook wachten om ons terug op te pikken.
‘The Red Piano’ is voor mij ‘the place to be’ in Siem Reap omdat we er na 3 weken nog eens Belgisch konden eten. Ik had er thuis over gelezen maar was ’t eigenlijk weer vergeten tot m’n osteopaat zei dat hij iemand kende die ginds een restaurant/guesthouse uitbaatte. Als ik zou gaan, moest ik maar eens de groetjes doen. Daarnet heb ik het ook echt aan de diensters gevraagd maar hij was op vakantie… in België! ;)
Echter voor vele anderen is ‘The Red Piano’ de plek waar Angelina Jolie vertoefde tijdens de opnames van Tomb Raider.
Milan wou echte frietjes dus oké voor één keer mocht hij twee keer frieten op een dag en ik koos stoverij met puree. Al vond ik dat laatste een rare combinatie want bij ons is het toch vooral stoofvlees met frieten, niet? Ik bestelde me nog een glaasje huiswijn ook. Maar eens proberen zeker?
De stoverij was super… niet dat ik na drie weken Belgische kost gemist te hebben echt objectief kan zijn! ;) Neen serieus, het was echt wel lekker! En ook de wijn was meer dan te drinken. Als afsluiter een chocomousse! Niet zo goed als een echte chocomousse met Belgische chocolade maar ze hebben meer dan hun best gedaan! ;)
Mij heeft het alvast heel erg gesmaakt en de kans is groot dat we morgen terug gaan!
We hadden met de tuk-tuk-chauffeur om 21u afgesproken want het restaurant lag in een drukke buurt met allemaal kleine winkeltjes dus leek me wel leuk daar nog even rond te kuieren. Dit was buiten het regenseizoen gerekend want we stapten nog maar buiten en het goot weer! Vlug ergens schuilen. En onze tuk-tuk-chauffeur, waar is hij zodat we vroeger terug konden naar het hotel? Net voor we het restaurant binnen gingen stonden er zo’n 10-tal tuk-tuks en nu drie keer zoveel. En hoe zag onze chauffeur er ook alweer uit? Die lijken allemaal op ekaar… ;)
Oké, het regende maar toch heen en weer lopen op zoek naar onze chauffeur. “Madam, you want tuk-tuk?” “Madam, you want tuk-tuk?” Ik was bijna in ene gesprongen omdat ik dacht dat hij dat was omdat hij reageerde alsof hij ons kende. Niet dus!
Na een kwartier kwam er dan weer zo’n chauffeur naar ons – de honderdste dacht ik – “I bring you to the Kool Hotel?”… Yes, onze chauffeur. Het zal gemakkelijker geweest zijn voor hem om ons te herkennen dan omgekeerd! Ik ging er hem in geen duizend jaar meer uitgehaald hebben want door de gietende regen droeg hij een poncho met de helm bovenop... onherkenbaar! Oef, ik dacht dat we daar nog een uur moeten gingen wachten! Gelukkig niet!
Brengen, wachten, halen… zo’n service kost je dan 4 US$ … Niet te geloven hé? Voor dat bedrag start een taxi bij ons zelfs zijn motor niet!
Stil worden en uitbundig zijn in Phnom Penh
Dag 19
Vanmorgen vroeg uit de veren want ’s ochtends gingen we op eigen houtje de trekpleisters van de stad verkennen. Na een ontbijt van pannenkoeken en bananen-shake – lekker hé?! - met de tuk-tuk richting het koninklijk paleis. We waren er al om 8u, de menigte maar vooral de hitte voor. Het koninklijk complex bestaat uit enkele tempels met als hoogtepunt de Zilveren Pagoda, bedekt met een vloer van zilveren tegels en 2 buddhabeelden, eentje uit emerald en eentje uit goud belegd met 2085 diamanten. Duidelijk dat ze in deze tijd rijk waren, enkel is er daar nu nog weinig van te bespeuren.
Na anderhalf uur dacht ik terug te wandelen door het park op weg naar de volgende bestemming. Er was een mooie speeltuin en Milan kon er zich even uitleven. Maar na 10 minuutjes op de speeltuin hielden we het voor bekeken. Veel te warm! Een tuk-tuk dan maar. Geen probleem om te vinden want elke vijf stappen die je zet, word je aangesproken of je geen tuk-tuk wilt. En elke tuk-tuk bestuurder wil je buiten de stad brengen naar de Killing Fields of voor een hele dag ingehuurd worden omdat dit het meeste opbrengt. Twee tuk-tukritten en dus twee keer hetzelfde verhaal moeten doen. “Neen dank je, we gaan er deze middag heen in een tour!”
Nog twee uurtjes de tijd tot we worden opgehaald voor onze tour, dus we moeten de tijd toch even in de gaten houden want ik wou nog het ‘Tuol Sleng Museum’ (Museum van Volkerenmoord) bezoeken. Dit museum was de vroegere S-21 gevangenis waar het Rode Khmer leger o.l.v. Pol Pot “verraders” ondervroeg en martelde om dan op ‘Choeung Ek’ geëxecuteerd te worden.
Je komt er in twee gebouwen, trouwens vroegere scholen maar Pol Pot had de bevolking uit de stad verbannen en vond onderwijs niet nodig (ondanks hij blijkbaar zelf leerkracht was). In het eerste gebouw zagen we de kale ruimtes met af en toe een ijzeren bed en marteltuigen. Het tweede gebouw was nog erger met honderden foto’s van de slachtoffers (op het moment van de foto nog in leven) maar eveneens foto’s van lijken of zwaar toegetakelde lichamen. Om ongemakkelijk van te worden… dit hoefde ik echt niet zo in detail te zien… En het feit dat dit gebeurde toen ik al geboren was, maakt het zo onwerkelijk. Mijn ouders zeiden nog voor mijn vertrek dat heel dit gebeuren eind jaren 70 dagelijks in het nieuws was.
In de paasvakantie nog maar de horror van Auschwitz gezien en nu dit… mensen kunnen monsters zijn… we zien dit nog dagelijks op het nieuws, landen waar er burgeroorlogen woeden. Dit was toen in Cambodja niet anders.
We stapten nog maar het museum buiten en werden weer door bedelaars aangeklampt… een man zonder armen, een andere met een verbrand gelaat. Allemaal vreselijk om te zien maar zoveel mannen, vrouwen en kinderen die ons vandaag al om geld hebben gevraagd dat je gewoon een olifantenvel kweekt. En het klinkt vreselijk als ik dit hier neerschrijf…
Het museum lag niet zo ver van onze hostel. Niet dat we graag te voet wilden dweilen maar ‘k zat met een praktisch probleem. Ik ging in de stad aan een ‘ATM’ geld afhalen nadat ik zeker wist of ik hier nu met riel of dollar moest betalen zodat ik met de juiste munteenheid op zak liep. Voor de zekerheid had ik gisteren wat riel gewisseld en dollar had ik van thuis mee maar dat bedrag had ik eigenlijk nodig voor de tour. En na de bezoekjes van deze ochtend restte er me nog 1 dollar. Ondertussen hadden we deze ochtend toch al wat rondgelopen in de stad of met de tuk-tuk door straten gereden maar geen bankautomaat te bespeuren. Dat werd een probleem want ik moest onze hostel nog betalen en eten en drinken kopen natuurlijk. En geloof me met VISA betalen is m.u.v. in de chique hotels onbestaande!
En zoals ik gisteren vermoedde zou het terugvinden van onze weg wel eens een probleem kunnen vormen. Met het stadsplan in de ‘Lonely Planet’ (voor de leken onder ons: reisgids) ter hand op zoek naar onze hostel. We hadden met de tuk-tuk onze hostel voorbij gereden dus probeerden we dit beiden toen even in te prenten. Maar op de terugweg bracht “Moesten we nu links of rechts inslaan” aan onze oriëntatiepunten ons helemaal in de war met als gevolg dat we twee keer de verkeerde kant uitliepen en ik behoorlijk zenuwachtig werd want ik zag de minuten wegtikken. Wat had een tuk-tuk handig geweest maar met één dollar gingen we niet ver springen!
En dan bij wonder een ATM! Vier keer mijn VISA-kaart in de gleuf want het ding wou me geen geld geven maar de aanhouder wint dus… finally money!
Een tuk-tuk was nu de moeite niet meer want we waren een blok verwijderd van onze hostel – toch nog even verloren gelopen aan het einde ook ;) – maar gevonden.
Yes! Vlug naar de kamer want over 10 minuten werden we opgehaald voor de tour. Tien minuten zeg je? Na vijf minuten werd er aan de deur geklopt dat we beneden verwacht werden. Met nog losse veters sprongen we weer in de tuk-tuk. We stopten eerst aan een chique hotel waar we een koppel – afkomstig uit Singapore – ophaalden en dan reden we het centrum van Phnom Penh uit. Wat een rit! Je ziet echt het dagelijkse leven van Phnom Penh. En die open etalages zijn garages heb ik nu gezien. Dus de winkels zijn eigenlijk allemaal garages naast elkaar, de ene al wat groter dan de andere. En hoe verder je Phnom Penh buiten reed, hoe eenvoudiger en armoediger zag het er allemaal uit. De wegen werden ook één stoffige boel.
Na een halfuur kwamen we aan bij ‘Nature Cambodia Blazing Trails’, een organisatie die op Tripadvisor heel veel goeie kritieken kreeg en gerund werd door een Fransman want zijn Engels was duidelijk met een Frans accent.
Op weg hier naartoe zagen we het heel erg donker worden en ja hoor, het onweer had ons ingehaald. Terwijl we de verzekeringspapieren invulden, begon het ongelooflijk te gieten. Toch maar even wachten om op tour te gaan.
Zei ik al dat we met een quad gingen? Neen zeker… Nog nooit gedaan en gietende regen gaf me zeker geen veiliger gevoel. ;) Gelukkig stopte het zo goed als na 10 minuten en kregen we instructies hoe we het voertuig moesten bedienen.
OMG, daar gingen we dan. De eerste meters ging het redelijk “schokkend” want ik durfde met moeite mijn hand van de rem halen en het mocht niet sneller gaan dan fietstempo! ;) Ocharme de mensen die met mij mee waren. De man reed de quad en zij zat er achter op… zo is ’t niet moeilijk natuurlijk! ;)
We gingen eigenlijk redelijk vlug van de geasfalteerde weg af richting het platteland met zanderig, roodachtige wegen. Nu ja, zanderig… modderig, ja! Na tien minuten zaten Milan en ik helemaal onder de modder – want plassen ontwijken, vond ik een hele klus, ‘k was al blij dat ik rechtdoor kon - en na een halfuur kon je het kleur van onze bergschoenen niet meer onderscheiden. Ze gaan ons graag zien komen in de hostel?! ;)
Ondertussen had het ander koppel ons al helemaal los gereden en bleef ik achter met de andere gids. Wat een luxe, normaal is de groep zo’n 4 tot 6 quads met meestal dubbel zoveel passagiers, dus een eigen begeleider was welgekomen hoor, ik had anders de hele groep opgehouden. ;)
En Milan bleef me aanmoedigen: “Goed mama, je bent goed bezig!” Ja, peptalk kon ik wel gebruiken! ;)
Wat een avontuur om door de dorpjes met hun vriendelijke bevolking en vooral heel veel lachende kinderen te rijden! Zo super! En helemaal anders dan de stad. Die mensen hadden weinig maar zagen er zo blij uit! “Hello, hello,…!”
We hadden snoepjes mee (Kölsch snoepgoed van de carnavalstoet dat we nog steeds niet op gekregen hadden ;-)), potloden en stylo’s. En Milan mocht Sinterklaas spelen! Wat waren die kinderen blij en dankbaar!
Nog meer zwaaiende kinderen op de weg maar ondertussen was alles op… Deerde niet, de kinderen bleven lachen en zwaaien als we voorbij reden.
Na het dorpje reden we door een prachtig, prachtig landschap! Groen zover je kon kijken, modderige wegen, rijstvelden en hier en daar boeren aan het werk in de velden.
Ik begon het redelijk goed onder de knie te krijgen en kon volop genieten van al het moois.
Maar dan werden de wegen wel heel slecht en toen ik door een grote put moest, reed ik me vast. Ik had schrik dat ik in de gracht zou belanden dus – stom - wou me tegen houden met mijn voeten. Dat ging natuurlijk helemaal niet want waren grote, stevige quads en kon dus helemaal niet met mijn voeten op de grond. Met als gevolg dat ik de zijkant van de quad tegen mijn onderbeen kreeg. “Are you OK?” Yes, pijn verbijten en de begeleider de quad uit de put laten halen. Weer vermannen en verder. De weg lag er nog steeds vreselijk bij en ik voelde me helemaal zo zeker niet meer, om maar te zwijgen van het pijnlijke “kloppen” in mijn been. En weer een put, ik zag al dat dit me weer niet ging lukken… en ja hoor, weer vast! Gelukkig was ik deze keer zo slim om mijn voeten op de quad te houden! ;) En de gids mocht de quad er weer uitsleuren!
Gelukkig lagen de zandwegen er nadien weer beter bij en waren het normale modderplassen. Oef!
Milan wou natuurlijk ook heel graag eens met de quad rijden en op rechte stukken liet ik hem dan eens de gas bedienen maar het sturen én tempo hield ik onder controle hoor want hij zou er anders eens mee geracet hebben, denk ik. ;) Maar zo had hij toch even het gevoel met de quad te rijden!
Ik denk dat we toch zo’n 1,5 à 2 uren gereden hebben. Een schitterende ervaring: de natuur, het plattelandsleven en het quad-rijden!
Terug op locatie konden we onze schoenen toch even onderhanden nemen. Met water en borstel afschrobben tot ze toch weer wat toonbaar waren.
Dan ging het verder naar ‘Choeung Ek’, of ‘Killing Fields’ genaamd. Op deze plek werden de gevangenen van S-21 geëxecuteerd.
We kwamen binnen en keken recht op de ‘Stupa’, een soort glazen tempel van beneden naar boven gevuld met schedels van slachtoffers. Dan liepen we verder over het domein.
Eigenlijk is heel het domein een grote begraafplaats. De paadjes zijn gelegd tussen massagraven. Overal liggen grote putten en boven de drie “belangrijkste” hebben ze een afdak gebouwd. Tijdens de opgraving in 1980 vonden ze in één graf 450 slachtoffers, het tweede 160 slachtoffers zonder hoofd en dan een graf met een honderdtal vrouwen met kleine kindjes maar in totaal zijn er zo’n 17 000 gevangen van S-21 omgebracht.
Het idee alleen al is vreselijk maar het ergste is dat je over paadjes loopt waar er hier en daar botten of kledingresten tevoorschijn komen, zeker na hevige regenval tijdens de moesson. Hier en daar staan er glazen kasten met resten beenderen of kledingstukken. En de beenderen die nog steeds elke dag aan de oppervlakte geraken, leggen ze gewoon bovenop de kast om er ook later in op te bergen zeker?!
Stil word je ervan…
Na een uurtje gingen we terug naar de tuk-tuk op weg naar onze hostel. Serieus honger hadden we ondertussen want we hadden sinds ’s morgens niets meer gegeten. Ten eerste door tijdsgebrek en den tweede door absoluut geen honger door de hitte. Voor de zekerheid enkele koekjes meegenomen maar die hebben ook terug hun weg gevonden naar de hostel! ;)
Nog genieten van de kookkunsten van de kokkin – het heeft zowel gisteren als vandaag echt gesmaakt – en dan douchen! ’t Was nodig, niet alleen om het zand af te wassen maar ook even een frisse kop te krijgen! En net zoals gisteren stond ik net onder de douche en viel de elektriciteit uit. Daar sta je dan in de pikkedonker! Niet echt handig als je weet dat WC, lavabo, handdoekrek en douche één ruimte is, dus zonder douchegordijn ofzo. De vloer van de badkamer is ook de vloer van de douche! ;)
Het was een rare dag vandaag. Enerzijds hebben we stil de geschiedenis van zo dichtbij meegemaakt, anderzijds hebben we met heel veel plezier het Cambodjaanse platteland leren kennen.
Ik zou hier nooit van mijn leven willen wonen, ik zal hier nooit meer terugkeren maar ben wel blij dat ik dit stukje van de wereld dat niet zo voor de hand liggend is, heb gezien.
Van de Thaise luchthaven naar het onbekende Phnom Penh
Dag 18
“Sawadee Ka”… onze laatste dag in Thailand. Het was vandaag vooral een dagje van luchthavens want vanuit Koh Samui ging het richting Bangkok. Daar hebben we geshopt in de duty-free winkelstraat… ja, je kan het best straat noemen. Amaai, wat een complex! Dit was beslist niet het geval toen we binnenlandse vluchten hadden. Op die manier vloog de tijd natuurlijk heel vlug om want we waren om 11u geland en op 1, 2, 3 was het 15.25u.
Na een uurtje vliegen stonden we in Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Eerst de paspoort-controle. Ik had in het vliegtuig al elk 3 blaadjes moeten invullen met telkens weer dezelfde gegevens op dus van een vlucht van één uur was ik daar al twintig minuten mee zoet daar ik het ook voor Milan moest invullen.
Deze keer hadden we blijkbaar wel een visum nog. Foto’s afgeven, aan een tafeltje wachten en dan verdwijnen ze achter hun bureau met onze paspoorten… 20 US$ per visum en dan richting controle. Daar nemen ze van je gezicht een foto en van mij (niet van Milan… tot zijn grote spijt) zelfs vingerafdrukken. Eerst worden de vier vingers rechts gescand , rechterduim apart en idem linkerhand. Ja santé, ze zullen wel geweten hebben wie ik ben! ;)
Een tuk-tuk van de hostel zou ons oppikken maar niemand te zien… pfff, valt tegen, zeker daar alles zo onbekend is! Een uur na landing hield ik het voor bekeken en zijn we met de taxi naar onze hostel gereden. Jongens, jongens, wat een stad. Bangkok is een gekrioel maar naast alle kraampjes oogt het ook modern door de skytrain, metro, ketens als Pizza Hut, Mc Donalds,.... Maar Phnom Penh daarentegen… Ze rijden daar even gek met hun brommertjes. Terug aan de rechterkant zo blijkt, in tegenstelling tot Thailand waar ze links rijden. De winkels links en rechts ogen zo primitief. De winkels zijn meer open. Je kan het vergelijken met open etalages en de TV-toestellen en wasmachines worden bijv. gewoon onder een zeil (dus die open etalage) op straat verkocht. Ik zal daar toch eens een foto van moeten nemen om een beeld te vormen. Voor de rest niets gekend gezien!
Morgenvroeg moeten we zelf op ontdekking in de stad. Er zijn drie trekpleisters die ik wil zien. Benieuwd of me dit op een voormiddag zal lukken want de straten hebben geen naam maar een nummer.
De taxichauffeur moest even zoeken maar dan zagen we toch het kleine bord ‘Blue Dog Guesthouse’. Ik stapte uit en de taxichauffeur en een dame van de hostel kwamen terug om te zeggen dat het volgeboekt was. “Maar ik heb geboekt?!” Ja oef, dan was het oké!
De jonge eigenaar – denk ik – van de hostel verwelkomde ons hartelijk. Ik kon het niet laten om toch een opmerking te geven dat hij ons ging komen halen van de luchthaven. Hij excuseerde zich duizend keer dat hij het vergeten was daar hij zelf vandaag uit Thailand gearriveerd was. “No problem”, we zijn er geraakt en het heeft ons niets meer gekost! Trouwens normaal ging hij ons ophalen met de tuk-tuk maar wij zaten lekker in een auto met airco en anders had ik mogen zitten zweten in de uitlaatgassen van de stad.
De kamer is echt supereenvoudig met geplamuurde muren en een airco uit het steentijdperk, die maar even bleek te werken! ;) Gelukkig hangt er een plafondventilator en staat er eentje op een voet. ’t Is nodig want ik vind het hier precies warmer dan in Thailand maar waarschijnlijk is dat gewoon omdat we van de eilanden komen en ik vergeten ben hoe heet Bangkok was.
Ondertussen was het al donker en zag ik het niet echt meer zitten om nog op straat te gaan dus hebben we iets beneden in de bar gegeten. Een aangename sfeer heerste er en het was er eigenlijk heel gezellig zitten. Milan had de pool (of biljart?) tafel ontdekt en daar was hij toch wel 2 uren zoet mee. Mama heeft dan ook even met hem gespeeld – al kan ik er echt geen bal van – maar leuk vond hij het toch! We hebben gespeeld tot 2 Cambodjanen ons eens gingen tonen hoe het moest! ;) Ons teken om te gaan slapen want het was een lange dag geweest!
P.S. Ik heb in de luchthaven gemerkt dat US$ de gangbare munt is in Cambodja maar wou toch voor de zekerheid wat Cambodjaans geld afhalen dus heb ik aan het wisselkantoor 15 euro omgewisseld. Hou je vast… € 15 is 64 883 KHR (riel). Hier zou ik snel miljonair zijn! ;)
Met de jeep door... Koh Samui
Dag 17
Om 9.30u werden we opgehaald met een open jeep om Koh Samui te gaan verkennen. “Met de jeep door de jungle” was wat door mijn hoofd schoot. Dat liedje van mijn collega krijg ik echt nooit meer uit mijn hoofd! ;)
In de jeep zaten 2 Franse meiden en een Pools meisje… een luxe zo blijkt achteraf want de drie andere jeeps zaten meer dan vol.
Eerste halte ‘Grandmother- and grandfather rock’, genoemd naar de legende van een jongen en een meisje die verliefd waren maar samen op zee stierven en op die plek zijn aangespoeld. Het vertaalde zich als een hoop stenen aan de zee. De ene rotsformatie stelde het geslachtsorgaan van de vrouw en het andere dat van de man voor. Koppels die problemen hebben om kinderen te krijgen, moeten naar ’t schijnt die plek bezoeken. ‘k Vond het maar een belachelijke vertoning, maar bon…
Verder ging het richting een kleine kokosboomplantage waar we aapjes aan het werk konden zien. We kregen elk een koksnoot om te drinken die de aapjes net uit de boom hadden gehaald. Leuk om te zien dat ze dat konden maar het had eerlijk gezegd meer iets weg van een circusact. Nog eens elk op de foto – wat op zich wel leuke kiekjes opleverde, zeker bij Milan daar de aap zijn hoed afnam en hem zelf opzette – en daarmee was de toeristische attractie compleet! ;)
Terug de jeep op en voor de durvers: op een eenvoudige zitbank op het dak meerijden. Dat moest je Milan geen twee keer zeggen natuurlijk… ‘k vond het eerlijk gezegd een beetje griezelig dat hij daar boven zat met de twee Franse meisjes – en neen, niet omwille van die meisjes ;) - en ik binnenin maar dat heet ook loslaten zeker?! ;)
Het was een kort rit tot de “olifantentrekking”. Milan en ik hadden dit ook oorspronkelijk geboekt maar na ons bezoek aan ‘Elephant Nature Park’ in Chiang Mai hebben we gezien hoe de olifanten behandeld werden en wilden we niet één van die toeristen zijn, dus heb ik ge-e-maild naar de organisatie met de vraag of we dit konden omboeken naar de ‘cable ride’. Dat bleek helemaal geen probleem. Trouwens vond ik het heel chique van Milan dat hij zelf onmiddellijk wou afzien van een ritje op een olifant, ondanks dit voor vele toeristen een hoogtepunt is. Toch zei hij bewust neen want eigenlijk had ik de keuze volledig aan hem gelaten omdat ik hem dit niet wou ontnemen indien hij er anders over dacht.
De olifantentrekking bleek gewoon door te gaan in een safaripark. Zo flauw!!! Aan een trekking denk je aan een tocht door de jungle en niet aan een toertje door een park!
Daar aangekomen zagen we direct dat het foute boel was!
Kiekje met een tijger of luipaard?! Dat kon! Eén tijger stond in een kleine ruimte met een Thaise man die een stok had (vergelijkbaar met korte bezemsteel) en daarnaast ging dan bang een toerist staan want de tijger liet af en toe wel zijn tanden zien en dan kreeg het beest ervan langs met de stok! De andere tijger en luipaard lagen in een andere kleine, donkere ruimte op een verhoog te slapen. Met zoveel volk rondom hen?! Dat kon niet anders dan ze gedrogeerd waren! Ik vroeg me ook echt af waar die wilde dieren bewegingsruimte hadden want die twee ruimtes bevonden zich net aan de ingang van het park. Amaai, als ik dat vergeleek met ‘Tiger Kingdom’ in Chiang Mai. De kleine tijgers waren daar super speels en de grote tijgers liepen rond en sprongen nu en dan in het water als de verzorger met hen speelde. We waren niet onder de indruk van deze triestige vertoning.
Ik liet onze begeleider dan weten dat we ook niet gingen kijken naar de olifantenshow – die ook in dit park bleek door te gaan – want ik hoefde olifanten echt niet te zien schilderen! Die man keek maar heel raar op toen we dit zeiden en vroeg ons tot twee keer toe dat we zeker waren dat we niet gingen deelnemen. Ja, beslist!
We liepen op weg naar de ‘cable ride’ voorbij twee olifantenkooien. Daar stonden twee mama-olifanten met hun kleintjes. Super-, maar werkelijk superschattig! Je mocht niet te dicht bij komen want mama liet haar onmiddellijk van haar boze kant zien toen Milan even het kleintje wou aaien maar veel kon het dier niet doen want de twee voorste poten waren vastgeketend. We zagen ook twee wonden aan zijn kop waar de ‘mahout’ (als hij die naam waardig is tenminste) hem met een haak had “bewerkt”. We zagen dan toevallig dat de mama de kooi moest verlaten en het kleintje volgde mooi naast haar. Het was zo’n zielig zicht want ze deden de kettingen niet los dus de mama hobbelde over het asfalt met de twee voorste poten aan elkaar vastgemaakt.
Bij het zien van die beelden waren we nog nooit zo overtuigd geweest van de trekking niet te doen!
Terwijl de anderen naar de olifantenshow waren, wandelden wij richting ‘cable ride’. Een weinig spectaculair parcours was tussen enkele bomen opgesteld. We werden in een veiligheidsharnas gehesen, kregen een helm op en mochten dan een wankele ladder opklimmen. Om een lang verhaal kort te maken: het was fun om van de ene boom naar de andere te glijden met de wind in de haren maar voor de rest was ik vooral blij dat ik veilig op de grond stond. ‘k Denk dat veiligheid niet echt hun prioriteit was. Of misschien toch wel want één onderdeel – een touwbrug – mochten we niet doen omdat ze er blijkbaar aan het “werken” waren. Maar dat we van enkele meters hoog een ladder die nog met één schroef vastzat naar beneden moesten, dat was niet zo erg! ;)
Ondertussen begon het Poolse meisje aan haar olifantenrit en zag ik één voor één de toeristen op het platform terug verschijnen. Eén van de dieren kwam toe met een wonde op zijn hoofd waar het bloed zelfs nog uit druppelde maar omdat ze “braaf” waren geweest – de mahout riep constant ‘good boy’ om de toeristen te plezieren zeker?! – werden ze met de tuinslang een beetje afgespoten. Ocharme die beesten!!! Olifanten moeten echt kunnen baden, hebben we geleerd en daar werden ze eens besproeid met de tuinslang…
Het Poolse meisje zei toen ook dat de mahout dikwijls met zijn ijzeren haak het dier sloeg en ze begreep waarom we dit niet meer deden en dit ook voor haar haar eerste maar laatste keer was! De hele rit duurde trouwens nog geen 10 minuten, een schande!
Tot nu toe stelde die uitstap helemaal niets voor en dat “safaripark” (omdat er twee gedrogeerde tijgers en een gedrogeerd luipaard en enkele mishandelde olifanten rondliepen zeker?!) was om te wenen! Tot nu toe echt ‘a waste of money and time’…
Terug de jeep in op weg naar ‘Namuang’, de watervallen. Een mooi stukje natuur en als je wou, kon je erin baden maar wij hadden geen zwemkledij mee dus niet. Jammer want het had deugd gedaan. Zo’n hitte! Ons verblijf op de eilanden was qua weer echt spectaculair geweest hoor! Wat een geluk!
Milan bleef even pootje baden en Ania en ik gingen naar de tweede “verdieping” van de waterval.
Na drie kwartier werden we weer aan de jeep verwacht en ging het richting ‘Phra Khru Samathakittikhun’, eenvoudiger: ‘Wat Khunaram’ of ‘The Mummified Monk’. Op deze plek was er een tempel met een gemummifieerde monnik. Het verhaal is dat hij in deze mediterende positie in 1973 gestorven is nadat hij zijn eigen dood voorspeld had. Creepy om te zien!
Tijd voor lunch. Een Thaise maaltijd werd ons voorgeschoteld. Niet zo spectaculair deze keer en weinig om uit te kiezen. We hebben wel weer iets nieuw en lekkers ontdekt. Altijd leuk! Maar vraag me niet hoe het heette.
Nu gingen Ania, Milan en ik eens op het dak van de jeep want het leek me een leuke ervaring. We reden naar ‘The Secret Garden’ en inderdaad indien je het niet zou weten, zou geen mens het ooit ontdekt hebben. De tuin is in 1976 gemaakt door 77-jarige oude fruitboer Nim Thongsuk en staat vol met beelden. Het heeft iets weg van een sprookje, mooi!
Dan kwam eindelijk de jeepsafari in juiste versnelling want we trokken het binnenland in. Met ons drietjes zaten we op het dak en “genoten” van een wilde rit want het ging langs wegen waar geen enkel ander voertuig, m.u.v. een jeep, naar boven zou geraken. Er werd dikwijls eens gegild en als we een quad met zijn as gebroken en op zijn kop langs de weg zagen liggen, wisten we dat je een redelijk ervaren chauffeur moest zijn. Gelukkig waren de twee toeristen ongedeerd en als we hen passeerden, was Milan zo lief om te vragen “Everything OK”… wat attent van hem!
Maar zelfs daar keek de chauffeur niet van op en we hobbelden verder over de zanderige wegen. “Gelukkig dat bobonne dit niet ziet”, lachte Milan. Enkele blauwe plekken rijker maar voor de rest heelhuids, kwamen we boven aan. En daarvoor hebben we het gedaan: Yaod Khao, het hoogste punt met een uitzicht over Koh Samui en de Golf van Thailand. Schitterend!
Op de terugweg naar beneden vond ik het toch net wat veiliger om terug achterin de jeep te kruipen en Milan had geen keuze… het was van moeten!
Terug in de bewoonde wereld werd ‘Wat Phrai Yai’ onze laatste stop. Een reusachtig buddhabeeld siert deze plek. Je kan dit zelfs vanuit het vliegtuig zien en ook op de speedboot zag ik dit landmerk.
Milan heeft er nog eens de vele bellen voor goed geluk geluid. Baat het niet dan schaadt het niet!
Deze jeepsafari had een vreselijke start genomen maar de middag was schitterend! Toch blij dat we dit gedaan hebben! Weer een prachtig stuk Thailand gezien!
De laatste avond gingen we naar de night markets in onze straat – blijkbaar elke zondag in Thailand - en ook nog een hapje proeven aan de voedselkraampjes zoals echte Thaise mensen dat doen. ;) En hier in Koh Samui hadden ze pannenkoeken met Nutella… er was er eentje heel gelukkig mee!
En daarmee zit ons Thailand-avontuur er op… volgende keer bloggen we in een ander land!
Angthong National Marine Park, verbluffend mooi...
Dag 16
Iets voor kwart na zeven werd er op de deur geklopt “Your pick-up is here, madam…” Oké, ietsjes te vroeg dus moest ik me haasten om alles bij elkaar te rapen. ‘k Wou de mensen die in het busje zaten niet te lang laten wachten, niets zo beu als dat hebben we in Chiang Mai ondervonden want toen moesten we eens een halfuur wachten op een familie die nog gezellig zat te ontbijten!
Dus om 7.15u zaten we weer in een minivan, deze keer op weg naar een kleinere haven in Koh Samui. Daar vertrok een speedboot om 8.30u richting ‘Angthong National Marine Park’ (vertaling: ‘Golden Bowl’). We stapten als voorlaatste op de boot en hadden daardoor een plaats rechts achter, de vaarrichting mee, leek me ideaal om niet zeeziek te worden. Het was een uur en een kwartier varen tot de eerste stop. Na een kwartier werd duidelijk dat de zitplaats niet ideaal was. De wind kwam van links dus we kregen heel de reis letterlijk een koude douche… nu ja, koud niet echt! ;)
De eerste stop was een snorkelstop, dichtbij rotsen in het midden van de zee, ‘Koh Wao’. Een mooie locatie! Het koraal was in ieder geval mooier dan op onze locatie in Koh Tao maar de vissen vond ik daar dan weer mooier.
Na een uurtje voeren we verder doorheen het nationaal park. Prachtig!!!! Links en rechts rotsen met wat groen, kleine strandjes, grotten,… Je moet het gewoon gezien hebben… ik post wel nog eens enkele foto’s om er een idee van de krijgen.
Nadien gingen we voor anker op ‘Koh Mae Ko’. Hier werd even een fysieke inspanning vereist want om het prachtige ‘Talay Nai’ (of ‘Emerald Lake’) te zien moesten we zo’n honderdtal smalle, steile trappen naar boven. Afzien in die hitte dus maar het uitzicht was schitterend! Je keek niet alleen uit over het azuurblauwe meer maar eveneens over het nationale park. Mooi, mooi, mooi!
Terug de boot op voor een kwartiertje en tijd voor lunch. Dit deden we in een klein vissersdorpje, ‘Koh Paluya’, in het nationaal park. Het enige bewoonde eiland in heel het gebied… bewoond door “zeezigeuners”.
We kregen er een lekkere Thaise maaltijd voorgeschoteld en niet pikant voor de verandering, joepie! Naast het “restaurant” was er een plek waar de lokale bevolking zich verzamelde en de muziek stond er luidop te spelen. Enkele jonge meisjes stonden op de muziek een dansje te doen, zonder kostuum of zo, gewoon spontaan. En giechelen maar! Leuk om te zien!
Nadien nog even rondgewandeld in het dorp… wat kan het leven eenvoudig zijn als je naar deze mensen kijkt…
De allerlaatste stop: ‘Song Pee Nong Beach’. Hier maakten we een kajaktour gedurende zo’n drie kwartier. Wat mooi! Ik weet, ik val in herhaling maar zelfs in Australië was de plek waar we toen gekajakt hebben niet zo mooi en dat wil al wat zeggen… want ik en Australië, ik kan misschien niet altijd objectief zijn! ;)
Nog een mangoshake geslurpt terwijl we met onze voeten op het warme zand liepen of hingen in de zee… meer moest dat niet zijn! ;)
En dan vlogen we terug over de golven van de zee richting Koh Samui. En zagen we daar geen vliegende vissen?! Ja, toch wel!
Om deze perfecte dag af te sluiten gingen we nog even naar het strand op 50m van onze verblijfplaats. Milan had graag Edgard en Tiger nog eens terug gezien. Tiger was er wel maar Edgard niet. Nog even bleven we op het strand want Milan bleef hopen maar Edgard kwam niet… Hopelijk morgen...
Relaxen op Koh Samui
Dag 15
Vandaag ervoeren we voor de eerste keer tijdens onze reis vertraging! We hebben vanochtend zo’n uur op de ferry richting Koh Samui zitten wachten. En geloof me gezellig is wat anders als je daar met heel je kleerkast aan zit (lange jeans, T-shirt met lange mouwen, fleecevest rond geknoopt en bergschoenen) omdat dit niet in de valies past! ;) En de eerste keer sinds de tempeltour in Bangkok, denk ik, dat de zon volop scheen… en met 30°C hoeft dit echt niet hoor!
En de zon is verraderlijk hoor want Milan zijn schouders zijn voor de eerste keer in zijn leven verbrand van (eer)gisteren op Koh Tao. De zon zat nochtans niet volledig uit en ik heb op 3 uren tijd 2X factor 50 gesmeerd en toch nog….
Dus een 1.5u later dan gepland arriveerden we in Koh Samui. Alles is zo ongelooflijk goed georganiseerd. Je krijgt een sticker op met waar je moet afgezet worden en zo weten de mensen aan de pier direct welke kant ze je uit moeten sturen om je op de juiste bus te steken. Petje af hoor, ik had nooit verwacht dat verplaatsingen zo vlot zouden lopen. (Trouwens als ik dat vergelijk met Italië vorig jaar…?!?!)
En dat was ook op die kleine luchthaven zo. Ze kwamen onmiddellijk naar ons toe met de vraag of we al vervoer hadden en indien niet brachten ze ons zo naar de taxistand waar een kleine minivan klaarstond om allen die dezelfde kant uit moesten, één voor één te droppen. En nog goedkoper dan de taxiservice van de verblijfplaats die ik oorspronkelijk geregeld had.
Oké bon, terug naar Koh Samui. Aangekomen op ons bestemming, moesten we nog even wachten tot de kamer klaar was. Gelukkig heeft dit niet langer dan een halfuur geduurd want we hadden honger en wilden echt naar het strand toe.
Tijdens het wachten ben ik dan even naar de supermarkt geweest en heb er zachte piccolo’s en vleesworst en chocomelk gekocht.
Op de kamer ons lunchpakket gemaakt en vertrekken maar! Volgens Milan was dit het lekkerste (koude) eten dat hij sinds ons verblijf gegeten had! ;)
Het strand van Lamai Beach was koraalvrij en superfijne kiezeltjes of korrelig zand… ‘k weet niet goed hoe ik het moet noemen! ;) Ideaal om een middagje te relaxen. Zee in, boekje lezen, zee in, boekje lezen,… De temperatuur van het water was super, de zee was kalm en superweinig volk aan het strand. Zaaaalig!
Of toch volk... een bende schoolkinderen werd losgelaten op het strand en ze moesten de mensen en meer specifiek toeristen een enquête laten beantwoorden. En ze oesten dit in 't Engels doen: What's your name? Where are you from? ('Belgium' kenden ze niet dus heb ik maar 'Europe' gezegd ;-)) How old are you? What do you do for a living? Why did you come to Koh Samui? What is your favorite place in Thailand? Do you know any Thai words? Ze waren met vieren, denk ik, en één meisje voerde het woord en moest vooral veel vertalen voor de jongen die het moest noteren! ;)
Milan maakte er ook kennis met ‘Tiger’ en ‘Edgard’. Tiger was de hond van het resort en Edgard, de hond van een Thaise vrouw die haar husky daar elke avond aan het strand uitliet. Het was een pup van 4 maanden dus nog heel speels. Milan, zot van honden, vond het uiteraard geweldig! En de Thaise vrouw had niet liever dat hij er wat mee rondcrosste.
Het begon al redelijk donker te worden dus terugkeren naar ons verblijf voor een verkwikkende douche en dan op zoek naar wat eten. Milan had gewoon terug zin in een boterham en dat was oké voor mij. Zelf toastbrood uit een zak smaakt als je 15 dagen geen brood meer hebt gezien! ;) Vanavond proefden we ook voor de eerste keer zo’n Thaise fruitshake waar ik veel mensen al had mee zien rondlopen. Het zag er heel lekker uit maar ik vreesde dat ze er aan die kraampjes gewoon leidingwater bijvoegden en diarree kon ik missen als de pest. Maar vanavond hebben we toch maar eens gedurfd en wat bleek? Deze shake bestond gewoon volledig uit vers fruit, daar ter plekke geperst! Mmmm, mangoshake, heerlijk!
En zo zat onze dag er ook weer op. Morgen staat er weer een tour op het programma!
Nog één ding: ik weet niet wat die beesten in Thailand tegen me hebben maar als er een plekje is waar er geen DEET gewreven is of als de DEET net is uitgewerkt, hebben ze me te pakken. In België kijken de muggen niet naar me om en hier vallen ze me letterlijk aan!
En niet alleen de muggen hé… Vanmiddag kom ik na een zwempje in de zee uit het water en sta ik vol met prikjes. Ik zeg nog in het water tegen Milan “Grrr, er prikt hier altijd zoiets” maar ik zag niets. De tweede keer in de zee van ’t zelfde… echt hatelijk! Het voelt als brandnetels en ziet uit als plekjes waar een mug net gestoken heeft. Iemand ervaring mee? Of is dit weer iets dat enkel ik tegenkom?! ;)
Tweede dag op Koh Tao
Dag 14
‘s Ochtends eens geen wekker en wanneer ik wakker werd, wist ik ook helemaal niet hoe laat het was… Zou het vakantie zijn?
8.40u, een mooi uur om op te staan. Als ontbijt kozen we pannenkoeken met bananen en chocoladesaus. Weer toast, spek en eieren zou te veel van het goeie zijn en ik moet zeggen dat die pannenkoek eigenlijk ook wel een serieus bommeke was! ;) We konden er dus weer tegen voor enkele uurtjes.
Jammer genoeg zaten we nog even gekluisterd aan het restaurant want een onweer dreef plots over. Niet voor lang en zo konden we na een halfuurtje richting strand.
Het resort ligt in een kleine baai met links en rechts rotsblokken. Milan wou op “expeditie” en ik was eigenlijk ook wel nieuwsgierig wat achter de hoek lag dus zijn we aan de klim begonnen. Jammer genoeg hebben we onze expeditie moeten staken want op een gegeven moment vormden de rotsblokken een muur waar we niet overheen geraakten. Och, maakt niet uit, het was een leuke bezigheid!
Dan wat afkoeling zoeken in het water en weer wat snorkelen. Jammer genoeg heeft ene snorkel het begeven want er kwam steeds water in… ik snap nog steeds niet hoe dat kan want ik vond geen lek. Moet iets met het ventieltje zijn maar ken er niets van…
Ik ben dan eerst een halfuurtje in mijn eentje gaan snorkelen, terwijl Milan zich fijn bezighield op de ligzetel. Daarna was Milan aan de beurt en ben ik eindelijk aan mijn eerste boek begonnen. Zaaaaalig ontspannen!
Milan maakte ook kennis met een Frans jongetje. Niet dat de Franse lesjes wat hebben geholpen, neen, daar was hij veel te schuchter voor. Maar ik moet niet spreken, ik was vroeger net zo! ;) Hij deed het liever met gebaren en dat lukte ook!
En hier zitten we dan, alweer onze laatste avond op deze bestemming. Morgen gaat het terug richting Koh Samui waar er weer vanalles gepland staat.