Eerste dag in Borneo
Dag 29
De dag begon al heel spannend want de tand die al een tijdje los stond, heeft het vandaag uiteindelijk begeven. Milan heeft zijn eerst kies verloren in Borneo… als dat niet uniek is! ;)
’s Morgens na het ontbijt was het 5 min. stappen richting ‘Oerang Utan Rehabilitation Centre’. Daar was het om 10u voedertijd en kon je de oerang oetans spotten. Het is geen zoo want deze apen leven daar gewoon vrij in de jungle. Dit centrum werd gebouwd om verweesde of gewonde oerang oetans te verzorgen. De baby’s die niet door hun mama worden opgevoed, worden alles ginds aangeleerd in de ‘inside nursery’. De verzorgers nemen ze zelfs ’s avonds mee naar huis om te slapen te leggen, te vertroetelen, net als hun mama zou doen! ;) Na een jaartje gaan ze een stap verder naar de ‘outdoor nursery’. In het centrum zijn er verschillende platforms. Platform A is toegankelijk voor de bezoekers, al de rest niet. Als de aapjes de ‘outdoor nursery’ ontgroeid zijn, krijgen ze eerst de vrijheid rond platform A enz… tot ze kunnen gaan en staan waar ze willen want zoals ik al zei is er geen omheining in het park dus sommige oerang oetangs die hier opgegroeid zijn, komen hier geregeld eten, enkelen zijn gewoon wilde oerang oetans en anderen zie ze gewoon niet meer terug omdat ze volledig de vrijheid opgezocht hebben in de jungle van Borneo. De apen die er opgevoed zijn en later zelf kinderen hebben, komen wel dikwijls “stoefen” met hun kleintjes! Dat vond Milan wel heel erg grappig. Ik vergeleek dat met mij: als Aziatische mensen kwamen vragen om met hem op de foto te staan, was ik ook trots. “Ja maar, ik vind dat wel niet leuk hoor!” ;)
We kregen tijdens de voedertijd 4 oerang oetans te zien. Niet echt veel omdat het voor de oerang oetans in de huidige maanden heel gemakkelijk is nu zelf eten te vinden dus doen ze geen beroep op de hulp van het rehabilitatie centrum.
Na 1,5u keerden we terug naar het resort om uit te checken want we werden opgepikt om door te reizen naar de échte jungle. Onze gastheer was Gert, een Belg die zijn plekje gevonden heeft in Borneo. De rit duurde 2 uren om naar de middle of nowhere te reizen. Hoe in godsnaam heeft hij deze plek ontdekt?! ;) Twee uren reizen, samen met een Nederlands koppel, gaf genoeg opportuniteit om te babbelen. En zo bleek dat hij eerst heel wat had rondgereisd in Maleisië en nadien in Borneo om dan langs de rivier op zoek te gaan naar een plek om iets uit de grond te stampen. Na uren op de rivier vond hij zijn goesting niet tot de schipper zei dat hij ook een stuk land had in de jungle. Dat leek hem wel wat… Na een klim van twee uren naar de top stond hij op het plekje en wist onmiddellijk: “Dat wordt het!”
Bewondering hoor want er was daar echt niets en je moet weten dat de guesthouse uitkijkt over de jungle met de rivier in de verte. Er was geen geasfalteerde weg tot de begane grond en naar boven was het gewoon je weg kappen door de jungle.
Hij had een Maleisische vriend, Jason, waarmee hij aan het avontuur begonnen is. Nu zijn ze samen zakenpartners van ‘The Last Frontier’.
Met enkele werkkrachten zijn ze aan het huzarenstukje begonnen. Echt petje af want er was geen pad, geen weg… Cementzakken, balken, hout, gereedschap… achteraf meubels enz… moesten één voor één met mankracht naar boven gesleurd worden. En wat is “boven”? Een trap van 600!!!! Een trap die ze eerst zelf hebben moeten aanleggen. Echt chapeau!!!!
Dus toen wij toekwamen aan de voet van de berg wachtte ons ook de 600 treden! Onderaan stond er een klein huisje waar we bagage konden opbergen want een valies van 20 kg is uiteraard dodelijk om naar boven te brengen! ;)
Met een rugzak op de rug en valies in de hand begon ik aan de weg naar boven. Na nog geen 50 treden was ik al kapot, de hitte was ondraaglijk. Gelukkig stelde één van Gerts helpers voor om de valies te dragen. Oef! Op die manier moest ik enkel nog mezelf naar boven krijgen! ;)
Boven in het restaurant werden we dan beloond met een schitterend uitzicht en een fris drankje!
En ietsjes lager lag dan de ‘blok’ met de vier slaapkamers. Dat is ook het leuke aan ‘The Last Frontier’, absoluut geen massatoerisme en we werden persoonlijk onthaald. Er was tijd voor een praatje!
Nadat we ons even konden opfrissen in de kamer - voorzien van de nodige luxe – werd lunch geserveerd. Jason is van opleiding kok Franse keuken dus we kregen een heerlijke spaghetti geserveerd. Mmmmm, de spaghetti van de Kastart is nog net iets lekkerder maar hij staat steevast op 2! ;)
Om 15.30u namen we de trap terug naar beneden want toen wachtte ons een boottocht in de jungle om wildlife te spotten. De boot vertrok van het superkleine dorpje Billit… als je het al een dorp kan noemen.
Met 8 in het bootje voor de twee uur durende boottocht. Hopelijk hield ik het zo lang uit want had ongelooflijke krampen… voor de tweede keer merkte ik dat ik een Westers gerecht in die hitte niet zo goed verdroeg. Het smaakt altijd zo heel erg lekker en de porties zijn sowieso groter dan Aziatische gerechten dus mijn darmen liggen dan altijd in de knoop…
Wildlife spotten is kwestie van geluk hebben en het zat ons redelijk mee. We konden een heleboel Makaken zien, alsook de zeldzame Proboscis apen die enkel hier in Borneo leven. Wilde olifanten hebben we jammer genoeg niet gezien.
De zon ging onder boven de rivier en tijd om terug te keren naar de guesthouse. Tegen we aan de trappen kwamen, was het al schemerdonker maar dus ook even frisser voor de klim. Alhoewel, ene keer boven was ik toch weer helemaal bezweet en de boottocht was nochtans zo verfrissend geweest dankzij het windje! ;)
Om 19.30u werd dan het avondmaal geserveerd: maïssoep, visgerecht en meloen als dessert. Heerlijk!
Nog even relaxen en dan naar bed. Hopelijk geen spinnen of andere horrorbeesten op de kamer…
Reacties
Reacties
Goed zo, een tand van Milan in Borneo, wie kan dat ooit in zijn leven zeggen !
Ja zeg, die 600 trappen, da's nogal de moeite, hoe kunnen mensen ins hemelsnaam zoiets uit de grond stampen, chapeau hoor !
Jullie hebben toch weer iets gezien dat weinigen je kunnen nadien ;)
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}